Minister Jetten duikt opnieuw weg voor zijn verantwoordelijkheid

D66 en CDA vragen Minister van Energie Rob Jetten duidelijkheid over de situatie van gemeenten die vanwege de sancties aan Rusland door het ministerie verplicht moeten afstappen van hun contract met Gazprom Energy. Zo meldt NOS/Nieuwsuur.

Update 19.00 uur: Pieter Omtzigt heeft vandaag getwitterd dat Minister Jetten de voorkeur geeft aan zijn aanwezigheid op het Global Clean Energy Action Forum in plaats van de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer op 20 en 21 september a.s. Direct na Prinsjesdag bespreken de fractieleiders van de politieke partijen in de Kamer de hoofdlijnen van de miljoenennota en de rijksbegroting. Dat gebeurt tijdens de 'Algemene Politieke Beschouwingen'. Dit is een belangrijk debat, omdat daarin duidelijk wordt welke ruimte het kabinet heeft om zijn plannen daadwerkelijk uit te voeren en hoe groot de steun daarvoor is. Deze week was is Minister Jetten op Bali voor een ander klimaatcongres terwijl in ons land aluminiumproducent Aldel vanaf zondag een deel van de productie sluit vanwege de hoge gasprijzen.

Het ministerie van EZK heeft verder laten weten dat burgemeesters en wethouders niet het gevang in hoeven als ze hun goedkope Gazprom contract niet opzeggen.

  

Eerdere berichtgeving:
Door de schaarste op de gasmarkt zijn andere aanbieders bijna niet te vinden, of moeten de gemeenten een peperduur contract aangaan: zo moet de gemeente Utrecht bijvoorbeeld 11 miljoen extra betalen door een nieuw contract vanwege de gedwongen overstap.

De coalitiepartijen vragen daarom aan Jetten hoe noodzakelijk deze stap is. De Minister gaf gemeenten, waterschappen, bedrijven en onderwijsinstellingen eind april de opdracht om het lopende gascontract met de Nederlandse dochter van het staatsgasbedrijf binnen een half jaar te verbreken. "Het is onwenselijk als Europese landen op deze manier bijdragen aan de Russische staatskas", zei de minister toen.

Toen waarschuwden verschillende media, wethouders en de Kamer minister Jetten al dat de opdracht Rusland juist extra geld op zou gaan leveren. Elk in een goedkopere tijd afgesloten Gazprom contract wat moet worden opgezegd, moet vervangen worden door nu op de Europese gasmarkt nieuw gas inkopen. Deze markt wordt bevoorraad door onder andere Amerikaans en Noors gas, maar ook nog steeds door Rusland. Afnemers die deze gasmix inkopen kunnen niet tegenhouden dat er Russisch gas wordt ingekocht, en doordat de prijs inmiddels ruim vijftien keer zo hoog is als waarvoor het onder de oude gascontracten is ingekocht, levert het juist Rusland juist dikke winst op.

Minister Jetten houdt vast aan het idee dat Nederland nu eenmaal verplicht is om de contracten op te zeggen vanwege de Europese sancties tegen Rusland. Die schrijven voor dat (semi-)publieke diensten geen contracten mogen hebben met bedrijven die Russisch eigendom zijn. Dat geldt dus ook voor Gazprom Energy dat de dochteronderneming is van het Russische staatsgasbedrijf volgens het ministerie.

Nederland interpreteert de sanctieregels anders 
Vorige week liet het programma Nieuwsuur zien dat de Duitse overheid al enkele weken voordat minister Jetten de gemeenten opdroeg hun lopende contracten te verbreken, de controle had overgenomen van het Europese hoofdkantoor van Gazprom waar ook de Nederlandse dochteronderneming onder valt. De CEO werd Duits, een deel van het personeel werd vervangen en de inkomsten, zo laat de Duitse overheid weten, gaan sindsdien niet meer naar Rusland. Ook de naam Gazprom veranderde naar SEFE (Securing Energy for Europe).

Nederland staat alleen in zijn interpretatie van de Europese sanctieregels. Zeven landen, waaronder de Verenigde Staten, Duitsland en Italië, doen nog gewoon zaken met SEFE. Duitsland riep Nederlandse afnemers, zoals gemeenten, een half jaar geleden al op de contracten met het bedrijf te blijven respecteren.

Klem
Gemeenten zien zich echter gedwongen om zich netjes aan de deadline van het ministerie te houden. Als er geen andere leverancier kan worden gevonden is er ontheffing aan te vragen bij het Rijk. Maar volgens aanbestedingsadvocaat Alexander Klein Hofmeijer, die al meerdere gemeenten begeleidt, is dat een onzekere route: "Ik zie dat aanvragen worden afgewezen omdat het Rijk vindt dat de gemeente er niet alles aan heeft gedaan om een nieuwe leverancier te vinden, of bij de onderhandelingen niet ver genoeg is gegaan."

Daar kunnen wethouders soms niet aan kunnen voldoen, legt de advocaat uit. "Zo is er soms überhaupt geen aanbieder. Met een aanbieder die niet bestaat kan je ook niet onderhandelen." De gemeente Den Haag werd daarmee geconfronteerd. Ze ontvingen in een half jaar geen enkele reactie op de aanbesteding en moet nu hopen op ontheffing van het rijk.

Economisch delict
Gemeenten zitten klem, ziet Klein Hoffmeijer, en lopen niet alleen financiële, maar ook juridische risico's. "Als ze de deadline niet halen en geen ontheffing krijgen, plegen ze een economisch delict." Waardoor de burgemeester en wethouders hoofdelijk aansprakelijk zijn. Ook al hebben ze alles op alles gezet om aan de opdracht van het ministerie te voldoen, "lopen ze volgens de wet dan het risico op een gevangenisstraf", volgens de aanbestedingsadvocaat.

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat laat in een reactie aan Nieuwsuur weten dat dat "technisch gezien juist is". De beslissing om tot vervolging van een gemeente over te gaan is uiteindelijk aan het Openbaar Ministerie. EZK liet verder weten dat er inmiddels dertien aanvragen tot ontheffing zijn ingediend, waarvan er vier zijn goedgekeurd en één is afgewezen.