Poging doodslag niet bewezen in strafzaak uit Zoetermeer

Twee mannen zijn in hoger beroep vrijgesproken van een poging tot doodslag. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag beslist. De verdachten hadden alleen hoger beroep ingesteld tegen dit deel van de veroordeling door de Haagse rechtbank. De overige feiten, zoals oplichting, wapen- en drugsbezit, waren door het beperkte hoger beroep al onherroepelijk geworden. Het Haagse hof heeft het deel van de straf voor de poging doodslag afgetrokken van de straffen zoals uitgedeeld door de rechtbank. Dat betekent dat één van de twee verdachten zijn straf hiermee inmiddels uitgezeten heeft.

De twee verdachten hadden met een man een afspraak gemaakt om een geldbedrag te innen dat de man als ‘money mule’ op zijn bankrekening had. Een van de verdachten heeft van dichtbij op het slachtoffer geschoten terwijl deze worstelde met de andere verdachte. De verdachten hebben bekend dat één van hen het slachtoffer heeft bedreigd, maar zeggen bij die bedreiging een neppistool te hebben gebruikt dat alleen knallen geeft. Ter plaatse trof de politie geen kogels of hulzen aan. Het Haagse hof kan niet vaststellen dat er met een echt wapen geschoten is en kogels afgevuurd zijn. Het afschieten van kogels is met een neppistool niet mogelijk. Het door het Openbaar Ministerie tenlastegelegde medeplegen poging tot doodslag kan daardoor niet wettig en overtuigend bewezen worden. Om dezelfde reden spreekt het hof de man ook vrij van het verwijt dat zij de man hebben bedreigd door kogels op hem af te vuren.