NASCAR-coureur Elliott wint in Pocono na DQ voor winnaar én nummer twee

Op de befaamde Pocono Raceway heeft men in de NASCAR Cup Series zondagavond weer een stevige race gereden. Die was zelfs na de finish nog niet voorbij, zo bleek achteraf, maar zorgde wel voor het nodige vermaak.

Denny Hamlin en Kyle Busch vertrokken vanaf de eerste rij, voor Chase Elliott, Kyle Larson, Chris Buescher en Ryan Blaney. Een forse glijpartij van Austin Cindric zorgde al snel even voor een caution, waarna Kyle Busch bij de herstart veel posities verloor.

Kort voor het einde van de eerste stage kwam een aantal coureurs een pitstop maken en juist op dat moment gleed Aric Almirola tegen de muur: caution. De stage werd zo rustig afgemaakt en gewonnen door Larson, voor Elliott, Hamlin en Kyle Busch.

Met Harrison Burton, Joey Logano, Christopher Bell en Ross Chastain voorop kon stage twee beginnen - niet iedereen had dezelfde pitstopstrategie. Josh Bilicki crashte kort na de herstart in het achterveld, zijn band begaf het, maar met Bell en Bubba Wallace voorop konden we daarna echt door.

Hamlin was de volgende die in de rondte ging en voor een caution zorgde, waarna Corey LaJoie dat kort na de volgende herstart nog eens over deed. Kort voor het einde van de stage ging Ty Dillon in de rondte, waarna iedereen weer een kans had om de banden en brandstof te verversen.

Na de herstart bleef het even rustig en Kyle Busch reed naar de stagewinst, voor Chastain en Blaney. Met Kyle Busch en Chastain voorop konden de laatste zestig ronden beginnen, niet lang daarna gaf Blaney's band de geest en moest hij een onvoorziene pitstop maken.

Met zo'n 35 ronden te gaan werden de in principe laatste stops gemaakt, Chastain kwam daarbij als grote winnaar uit de bus, Kyle Busch en Hamlin volgden. Niet veel later ging het voor Blaney wéér fout, dit keer eindigde zijn race met een stevige klap in de muur - zelf was hij wel in orde.

Chastain en Hamlin vertrokken weer vanaf de eerste rij bij de herstart en dat kon eigenlijk niet goed gaan: Chastain had gedurende het seizoen al wat mensen eraf gereden, waaronder Hamlin, en die had juist gezegd dat hij het terug zou betalen op een moment waarop het het meest pijn deed...de strijd om de leiding, zo bleek.

Chastain ging eraf en Kevin Harvick reed er als slachtoffer tegenaan. Na een onderbreking konden we door met Hamlin en nu Kyle Busch voorop, gevolgd door Elliott en Tyler Reddick en met dertien ronden te gaan - in elk geval volgens planning, er zat een regenbui aan te komen.

Hamlin reed na de herstart zonder noemenswaardige problemen naar de winst, voor Kyle Busch en Elliott. Daar kwam kort na de race echter verandering in: Hamlin's auto werd illegaal bevonden, betreffende de aerodynamica, en zijn zege werd hem afgenomen.

Het was de eerste keer sinds 1960 dat een coureur een zege kwijtraakte vanwege een probleem bij de post-race inspection, maar daar bleef het niet bij: óók Joe Gibbs Racing-teamgenoot Kyle Busch werd om dezelfde reden gediskwalificeerd, waardoor Ellitot alsnog de zege pakte.