Hordenloper Dos Santos in superrace naar wereldtitel, Wightman stunt op 1500m

In het Amerikaanse Eugene is dinsdagnacht weer een heerlijke sessie afgewerkt op het wereldkampioenschap atletiek. Het begon met prima Nederlandse deelname, maar daarna barstte het echt los met een paar overheerlijke finales.

400m horden vrouwen, series
Femke Bol opende haar jacht op de medailles uitstekend. De Nederlandse snelde simpel naar de winst in haar serie en met 53,90 seconden noteerde ze de snelste tijd van iedereen - alleen wereldrecordhoudster Sydney McLaughlin kwam met 53,95 in de buurt.

Hoogspringen vrouwen, finale
Het was een verrassend mooie wedstrijd, waarbij vier dames de twee meter wisten te slechten: Iryna Gerashchenko en favoriete Yaroslava Mahuchikh uit Oekraïne, de Italiaanse Elena Vallortigara en Eleanor Patterson uit Australië. Vallortigara en Gerashchenko sprongen op 2,02 meter drie keer fout en met nul eerdere foutsprongen ging het brons naar de Italiaanse. De strijd om goud ging nog wel door: zowel Patterson als Mahuchikh kwamen over de 2,02 meter, de Australische in één keer, en beiden haalden het op 2,04 meter niet. Mahuchikh kwam erg dichtbij, maar moest op basis van haar foutsprong op 2,02 meter genoegen nemen met zilver, Patterson kroonde zich tot wereldkampioene.

200m vrouwen, halve finales
Het waren nog maar de halve finales, maar Shericka Jackson had er bijzonder veel zin in om even een punt te maken: de Jamaicaanse snelde naar de winst in 21,67 seconden, de twaalfde tijd ooit gelopen. Landgenote Shelly-Ann Fraser-Pryce won haar halve finale in 21,82 seconden, waarmee de veterane bijna een persoonlijk record liep.

Discuswerpen mannen, finale
De Litouwer Andrius Gudzius opende sterk met 67,31 meter, maar in ronde twee ging Kristjan Ceh uit Slovenië er met 69,02 meter overheen. In zijn derde poging gooide Ceh de boel echt op slot: 71,13 meter, een kampioenschapsrecord en een afstand waar alleen hij nog bij in de buurt zou komen (70,51m). Gudzius verbeterde zich in zijn vierde worp naar 67,55 meter, maar de wereldkampioen van 2017 moest genoegen nemen met brons: landgenoot Mykolas Alekna, pas 19 jaren jong en zoon van tweevoudig wereldkampioen Virgilijus Alekna (2003, 2005), wierp de discus naar 69,27 meter en pakte zilver. Wereld- en olympisch kampioen Daniel Ståhl uit Zweden noteerde 69,16 meter, maar die worp werd ongeldig verklaard en hij moest het doen met plek vier.

200m mannen, halve finales
Fred Kerley, wereldkampioen op de 100m, leek vooraf een van de favorieten, maar kwam er totaal niet aan te pas: naar verluidt kampte hij met opzettende kramp. Zijn landgenoten maakten wél grote indruk: Noah Lyles sprintte naar 19,62 seconden, de 21e tijd ooit, en de piepjonge Erriyon Knighton noteerde een keurige 19,77 seconden, met ook nog rappe tijden voor Kenny Bednarek (19,84), Trinidad's Jereem Richards (19,86), de Dominicaan Alexander Ogando (19,91) en Joseph Fahnbulleh uit Liberia (19,92).

1500m mannen, finale
Timothy Cheruiyot verdedigde zijn wereldtitel en net als zijn Keniaanse landgenoot Abel Kipsang behoorde hij tot de favorieten. Ze liepen sterk mee voorin, maar in de absolute slotfase werden ze weggeblazen door een stel Europeanen, Jake Wightman en Jakob Ingebrigtsen voorop. De Brit had brons op de Commonwealth Games en het EK van 2018 als hoogtepunten in zijn loopbaan, maar olympisch kampioen Ingebrigtsen was niet opgewassen tegen zijn eindsprint. Wightman pakte verrassend het goud in 3:29,23 minuten, voor Ingebrigtsen (3:29,47).

400m horden mannen, finale
Hét klapstuk van de avond, hoewel dat voor één man behoorlijk tegen viel: olympisch kampioen en wereldrecordhouder Karsten Warholm ging 250 meter lang goed mee, maar bleek daarna toch niet fit en werd zevende. Alison dos Santos stoomde ondertussen hard door en in een geweldige 46,29 seconden, de derde tijd ooit gelopen, snelde de Braziliaan naar de wereldtitel - de tweede ooit voor Brazilië in de atletiek. De Amerikaan Rai Benjamin liep in de tiende tijd ooit (46,89) naar het zilver, voor landgenoot Trevor Bassitt (47,39).