Oud-premier Japan Shinzo Abe overleden na aanslag in Nara

De Japanse oud-premier Shinzo Abe werd vrijdagochtend (lokale tijd) neergeschoten tijdens een campagnebijeenkomst in de westelijke Japanse stad Nara. Zijn toestand zou kritiek zijn volgens premier Fumio Kishida. 

Japanse media berichtten eerder al dat Abe geen teken van leven vertoonde toen hij naar het ziekenhuis werd vervoerd. De schutter, de 41-jarige Tetsuya Yamagami, is aangehouden.

Update 13.25 uur:  Shinzo Abe is in het ziekenhuis in Kashira City overleden. Dat melden de autoriteiten aan de Japanse nieuwszender NHK. Op zijn dood wordt wereldwijd met afgrijzen gereageerd. Premier Rutte spreekt op Twitter van 'een zwarte dag voor de Japanse democratie'. Ook koning Willem-Alexander en koningin Máxima hebben een medeleven uitgesproken. De aangehouden verdachte zou een marineveteraan zijn die 'ontevreden' was over de voormalige premier Abe. Hij zou twee keer hebben geschoten met een zelfgemaakt wapen. Volgens een bericht op de BBC deed de schutter geen poging om te vluchten na zijn misdaad. Het dubbelloops apparaat dat een handgemaakt pistool leek te zijn, werd bij hem in beslag genomen.

NHK, de Japanse publieke omroep, meldde dat Yamagami een voormalig lid is van de Japanse Maritime Self-Defense Force, het Japanse equivalent van de marine. De verdachte heeft in de jaren 2000 drie jaar bij het korps gediend.
De omroep citeerde Yamagami die de politie vertelde dat hij ontevreden was over Shinzo Abe en hem wilde vermoorden.

Het bezitten van een wapen in Japan is buitengewoon moeilijk. Men mag geen strafblad hebben, stelt wapentraining verplicht, en er worden psychologische onderzoeken en uitgebreide achtergrondcontroles, waaronder politie-interviews met buren, zo meldde de BBC.

Eerdere berichtgeving: