20 jaar na de dood van Pim Fortuyn: 'Hij was een man van twee gezichten'

Vandaag precies 20 jaar geleden verliet Pim Fortuyn (54) aan het eind van de middag de studio van 3FM bij het Media Park in Hilversum. Hij was te gast geweest in het radioprogramma van Ruud de Wild en samen liepen ze napratend over het interview van Fortuyn naar de parkeerplaats toe. Daar werd Fortuyn opgewacht door Volkert van der Graaf die hem in koelen bloede neerschoot. Hulp was snel ter plaatse, maar reanimatie mocht niet meer baten en Fortuyn overleed ter plaatse aan zijn verwondingen. Van de moord waren veel ooggetuigen.

De politie was snel ter plaatse en organiseerde een grootschalige klopjacht op de moordenaar van Fortuyn, die kort daarna werd aangetroffen bij een benzinestation, doordat de chauffeur van Fortuyn, Hans Smolders, direct na de schietpartij de achtervolging inzette op de dader. 

De aangehouden man werd later geïdentificeerd als Volkert van der Graaf, een Nederlander van toen 32 jaar, woonachtig in Harderwijk. Hij was, ten tijde van de aanslag, niet bekend bij Justitie en was werkzaam voor de milieubeschermingsorganisatie Vereniging Milieu-Offensief. Hij hield zich in die tijd met enig succes bezig met juridische procesvoering tegen milieu-overtredingen door met name boeren en tegen dierenmishandeling. Als motief voor de moord verklaarde Van der Graaf dat hij Fortuyn zag als een gevaar voor de zwakkeren in de maatschappij. Hij werd tot 18 jaar celstraf veroordeeld maar kwam na 12 jaar alweer vrij.

De moord op Fortuyn leidde in Nederland tot geschokte reacties en ook geweld, het was de eerste politieke moord in vredestijd. Onder meer in Den Haag braken rellen uit, waarbij een auto in de parkeergarage onder het Plein (bij het Binnenhof) in brand werd gestoken. Ook buitenlandse media besteedden veel aandacht aan de moord. Enkele uren na de moord op Pim Fortuyn werd de vereniging Milieu-Offensief waar Volkert van der G. een van de oprichters van was, getipt door de Wageningse GroenLinks-wethouder Jack Bogers, die hiermee zijn ambtsgeheim overtrad. 

Een onderzoek van Interview-NSS uit 2007 wees uit dat vijf jaar na de dood van Fortuyn een kwart van de bevolking nog op hem zou stemmen als hij nog in leven zou zijn geweest. Meer dan 40% vond dat de politiek 'een nieuwe Fortuyn' nodig had. Uit het onderzoek bleek verder dat hij gezien werd als een goed redenaar (57%), iemand met het vermogen om onlustgevoelens een stem te geven (37%), relnicht (15%), vreemdelingenhater (10%) en ruziemaker (10%).

Op 20 augustus 2001 maakte Fortuyn via actualiteitenprogramma 2Vandaag bekend de politiek in te willen. Voor de camera vertelde Fortuyn niet te moeten denken aan een Paars III. Negen dagen later maakte Kok bekend niet meer beschikbaar te zijn voor het lijsttrekkerschap en een paar weken later volgde 11 september, toen islamitische terroristen de World Trade Towers in New York binnenvlogen. Het politieke speelveld veranderde na deze opeenvolgende gebeurtenissen.

Op 25 november dat jaar werd hij door de nieuw gevormde politieke partij Leefbaar Nederland gekozen tot lijsttrekker voor de parlementsverkiezingen van 15 mei 2002. Fortuyn stelde dat hij links noch rechts was, vroeg om meer openheid in de politiek en drukte zijn misnoegen uit over het zogeheten 'subsidiesocialisme'. Hij stelde minder overheidsinmenging voor in het onderwijs en de (gezondheids)zorg en was een voorstander van een hardere aanpak door de politie. Hij bekritiseerde de media als een Siamese tweeling met de politiek. Een aantal, voornamelijk linkse, leden van de partij zegden hun lidmaatschap op uit protest tegen zijn benoeming.

Fortuyn bekritiseerde de islamitische godsdienst en hij betoogde dat in de Nederlandse samenleving islamisering plaatsvond. In augustus 2001 citeerde het Rotterdams Dagblad hem onder andere als volgt: "Ik ben ook voor een 'koude oorlog' met de islam. De islam zie ik als een buitengewone bedreiging, als een ons vijandige samenleving." Verschillende organisaties dienden vanwege deze uitspraak een aanklacht tegen hem in op grond van Nederlandse antidiscriminatiewetten. 

Op 9 februari 2002 zei hij in een interview in de Volkskrant over de islam onder andere: "Ik háát de islam niet. Ik vind het een áchterlijke cultúúr", "Overal waar de islam de baas is, is het gewoon verschrikkelijk" en: "Als ik het juridisch rond zou kunnen krijgen, dan zou ik gewoon zeggen: er komt geen islamiet meer binnen". Ook zei hij dat hij af wilde van "dat rare Grondwetsartikel: gij zult niet discrimineren", "als dat [artikel] betekent dat mensen geen discriminerende opmerkingen meer mogen maken". Deze uitlating sloot aan bij zijn veelvuldige hekeling van het multiculturalisme, dat toen in politiek en media overheersend was.

In datzelfde interview zei hij verder dat Nederland met zestien miljoen inwoners vol was, en dat er wat hem betreft geen enkele ("nul") asielzoeker meer toegelaten werd. Op de opmerking van de interviewer dat Fortuyn dat niet mocht zeggen van zijn partij, reageerde Fortuyn met "Nou, daar moest ik me maar eens niet zoveel meer van aantrekken". Dat ene zinnetje was de aanleiding voor de breuk met Leefbaar Nederland. Tijdens de bijeenkomst waarin die breuk plaatsvond, riep Fortuyn geëmotioneerd uit: "Wij hebben godverdomme hier gewoon [..] een vijfde colonne! Van mensen die het land naar de verdommenis willen brengen." Enkele dagen later richtte hij zijn eigen politieke beweging op, de Lijst Pim Fortuyn.

Ondanks dat zijn uitspraken door velen als extreem-rechts werden aangemerkt zei Fortuyn zichzelf niet te zien als een extreem-rechts politicus, evenmin als een libertarische populist en hij verzette zich tegen deze vergelijkingen. Hij zei bijvoorbeeld dat hij niet zoals Le Pen de Holocaust zou bagatelliseren en evenmin buitenlanders gedwongen het land zou willen uitzetten. Hij voegde daaraan toe dat hij een generaal pardon voor alle circa 6.000 toenmalige illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland voorstond. Volgens hem zou iedereen die al in Nederland was, ook in Nederland moeten kunnen blijven. "Het zijn ónze Marokkaanse rotjongens, daar kunnen we koning Hassan niet mee opschepen" was een van zijn uitspraken. 

Hoewel Fortuyn veel publiciteit kreeg en ook veel aanhang zou verwerven door het aan de orde stellen van de problematiek rond het vreemdelingenbeleid, bleek hij tevens een sterke motor voor het idee van een generaal pardon voor illegale asielzoekers die nog onder de oude vreemdelingenwet vielen.

Ondanks alle kritiek erkenden zijn tegenstanders dat Fortuyn het talent bezat stem te geven aan bestaande onlustgevoelens en dat deed in een taal die de mensen aansprak. Van hem werd gezegd dat hij de politieke verhoudingen wakker heeft geschud en dat hij het Haagse 'regentendom' in het hart heeft getroffen. Vraagstukken die voorheen politiek incorrect waren, werden na Fortuyn aan de kaak gesteld en zijn bespreekbaar(der) geworden.