Biatleten Samuelsson en Öberg stelen de show in eigen huis
Het eerste World Cup-weekeinde in het biatlon is zondag afgesloten in Östersund. Op de Zweedse sneeuw, waar het een verfrissende tien graden onder nul was, stond zondag een sprint op het programma, daags na de zware individuele wedstrijd van zaterdag.
Vrouwen
Anaïs Chevalier-Bouchet noteerde met tien treffers een rappe tijd, maar een paar minuten later kon ze de eerste plek alweer verlaten: thuisfavoriete Hanna Öberg schoot ook alle schijven omver en was vooral met een dijk van een slotronde elf seconden sneller dan de Française. Marte Olsbu Røiseland was de enige die nog echt een aanval in kon zetten, maar de Noorse ging bij het staand schieten één keer de mist in en werd op vijftien seconden derde.
De Wit-Russische dames Dzinara Alimbekava (+18,0) en Hanna Sola (+27,3) eindigden net buiten het podium met respectievelijk tien en negen treffers. Voor de Duitse Anna Weidel was er net als zaterdag een foutloze wedstrijd, maar wel met een héél klein nasmaakje: zaterdag kwam ze op een seconde één positie tekort voor een directe olympische nominatie, zondag was het anderhalve seconde en wederom één positie, hoewel het seizoen uiteraard nog lang is.
Mannen
Sebastian Samuelsson was een van de vroege starters en de Zweedse thuisheld liet zien dat zijn wat tegenvallende wedstrijd van zaterdag niks meer dan een uitschieter was. Hij trof alle schijven, was zeer rap op de ski's en zag de één na de ander niet aan zijn tijd komen. De Noor Johannes Thingnes Bø was foutloos, maar toch twaalf seconden langzamer en dat zegt doorgaans wel genoeg.
Bø werd er overigens wel tweede mee: landgenoot Vetle Sjåstad Christiansen, die flink later startte, schoot ook tien keer raak en was snel genoeg om Bø vier tienden van een seconde voor te blijven. Samuelsson's tijd werd echter niet meer bedreigd, hoewel Emilien Jacquelin het had kunnen doen. De Fransman schoot in staande positie echter één keer mis en werd op 23,2 seconden vierde, een halve tel voor landgenoot Simon Desthieux.
