Niet-financiële bezittingen in Nederland toegenomen tot 4,2 biljoen euro

De niet-financiële bezittingen in Nederland zijn in 2020 voor het vijfde jaar op een rij toegenomen en kwamen uit op 4,2 biljoen euro. De toename is het grootst bij woningen (inclusief grond onder woningen). Dit is vooral toe te schrijven aan de stijgende huizenprijzen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Niet-financiële bezittingen zijn alle niet-geldelijke objecten die verkocht kunnen worden. Woningen en de grond onder de woningen waren in totaal ruim 2,4 biljoen euro waard. Bedrijfsgebouwen (en de grond daaronder) stonden in 2020 voor ruim 0,5 biljoen euro op de balans. Overige niet-financiële bezittingen hadden een waarde van 1,2 biljoen euro. Dit bestaat vooral uit grond-, weg- en waterbouwkundige werken, machines en installaties, voorraden, landbouwgrond, olie- en gasreserves en vervoermiddelen.

Woningen steeds groter deel van de niet-financiële bezittingen
In 2000 was het aandeel woningen (inclusief onderliggende grond) in de niet-financiële bezittingen 50,6 procent. Dit aandeel nam toe tot 55,2 procent in 2007, waarna het afnam tot 50,0 procent in 2014, en vervolgens toenam tot 58,8 procent in 2020. Het aandeel van bedrijfsgebouwen (inclusief onderliggende grond) nam af tot 12,9 procent in 2020. Ook het aandeel overige niet-financiële bezittingen werd kleiner in 2020. De afname ten opzichte van 2014 is vooral bij de olie- en gasreserves en komt door het besluit om aardgaswinning in Groningen te stoppen. Bezittingen van Nederlanders in het buitenland zijn niet meegerekend.

Stijgende huizenprijzen
Vanaf 2014 zijn de niet-financiële bezittingen in Nederland elk jaar toegenomen. In 2020 bedroeg de toename ten opzichte van 2019 ongeveer 238 miljard euro. Dat komt vooral door de huizenprijzen, die ook vanaf 2014 ieder jaar zijn gestegen. Hierdoor was de waarde van woningen (inclusief de grond onder woningen) in 2020 vergeleken met 2019 bijna 174 miljard euro hoger. Het effect van netto-investeringen in woningen (bijvoorbeeld nieuwbouw of verbouwingen van woningen) was een stuk kleiner. In 2020 ging het daarbij om ongeveer 17 miljard euro.