Nieuwe commissie moet kennis over Nederlands-Indië vergroten

Demissionair-staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) heeft een nieuwe commissie in het leven geroepen, die de kennis over de geschiedenis van het voormalige Nederlands-Indië moet vergroten. De commissie staat onder leiding van oud-minister Jet Bussemaker (PvdA). Dat maakte Blokhuis gisteren bekend. De plannen zijn opmerkelijk, omdat zijn ministerie eerder juist nog een omstreden lespakket over dit deel van de Nederlandse geschiedenis financierde.

Volgens Blokhuis is het belangrijk dat de kennis van de geschiedenis van Nederlands-Indië wordt versterkt. Om dit doel te bereiken is de commissie ‘Versterking kennis geschiedenis voormalig Nederlands-Indië’ in het leven geroepen. De commissie zal de komende jaren adviseren hoe het educatieve aanbod binnen en buiten het onderwijs kan worden verbeterd. “De geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië is een belangrijk onderdeel van de Nederlands geschiedenis. Het is daarom goed dat deze geschiedenis binnen scholen, maar zeker ook daarbuiten, voor zoveel mogelijk mensen tot leven wordt gebracht”, aldus Blokhuis bij zijn presentatie. Naast de commissie kondigde Blokhuis ook aan meer geld beschikbaar te stellen voor onder andere erfgoed en zorg. Vanaf 2023 gaat het in totaal om 1,7 miljoen euro, die structureel beschikbaar wordt gesteld.

De plannen zijn onderdeel van de zogenoemde collectieve erkenning van Indisch Nederland. Deze regeling ligt onder veel Indische Nederlanders om uiteenlopende redenen gevoelig. Onder andere het Indisch Platform 2.0 reageerde eerder al woedend, omdat de plannen bedoeld zouden zijn als een “afkoop van salarissen en claims die nog open staan”. Daarmee wordt gedoeld op onder meer de Backpay, die gaat over niet-betaalde salarissen van voormalig KNIL-militairen en andere ambtenaren voor hun dienstperiode tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook weblog Indisch4Ever liet zich niet onbetuigd en repte zelfs over een “koloniale mentaliteit”. De onvrede nam verder toe toen bleek dat de regeling zelfs werd aangewend voor de ontwikkeling van een omstreden lespakket bij de controversiële film De Oost. Na kamervragen liet Blokhuis toen nog weten daarin weinig problemen te zien.