Gevaccineerden met COVID-19 doorbraak verspreiden minder Sars-Cov-2

Mensen die zijn ingeënt tegen COVID-19 zullen bij een doorbraakinfectie (besmet raken met COVID-19 ondanks C19-vaccinatie) minder Sars-Cov-2 verspreiden dan ongevaccineerden, zo blijkt uit een nieuwe studie, die bijdraagt aan het groeiend bewijs dat vaccins de overdracht van de deltavariant kunnen verminderen.

Britse wetenschappers van de Universiteit van Oxford onderzochten nationale gegevens van bijna 150.000 contacten die werden getraceerd van ruwweg 100.000 initiële COVID-19 gevallen. De steekproeven omvatten zowel mensen die geheel of gedeeltelijk waren gevaccineerd met de vaccins van Pfizer-BioNTech of AstraZeneca, als mensen die niet waren gevaccineerd. De onderzoekers keken vervolgens of de vaccins de verspreiding van het virus beïnvloedden als een persoon een doorbraakinfectie had met ofwel de alfa-variant ofwel de zeer besmettelijke delta-variant.

Beide vaccins verminderden de overdracht van Sars-Cov-2, hoewel ze effectiever waren tegen de alfa-variant dan tegen de delta-variant. Bij besmetting met de deltavariant was de kans op een positieve test na een contact met een COVID-19 patiënt 65 procent kleiner als deze persoon volledig was gevaccineerd met twee doses van het Pfizer-vaccin. De kans op een positieve test bij contact met een COVID-19 patiënt  was 36 procent kleiner als deze persoon volledig was gevaccineerd met Astra-Zeneca.

Het risico op overdracht van Sars-Cov-2 na een doorbraakinfectie was veel hoger als iemand slechts één dosis van een van beide vaccins had gekregen.

De studie is online geplaatst en is nog niet onderworpen aan een peer reviews. Maar wetenschappers die niet bij het onderzoek betrokken waren, zijn van mening dat de conclusies geloofwaardig zijn.

"Het is de kwalitatief beste studie die we tot nu toe hebben over de mate van besmettelijkheid van gevaccineerde mensen na een doorbraakinfectie met delta," zei Dr. Aaron Richterman, een arts infectieziekten aan de Universiteit van Pennsylvania, die niet betrokken was bij het onderzoek.

Susan Butler-Wu, een klinisch microbioloog aan de Universiteit van Zuid-Californië, noemde de studie "goed uitgevoerd", vooral omdat het de overdracht in de praktijk in kaart heeft gebracht, aangezien het de verspreiding onder naaste contacten heeft gevolgd.

Met behulp van de Ct-waarden (cycle threshold) vonden de onderzoekers een vergelijkbaar niveau van virale belasting bij niet-gevaccineerde en gevaccineerde mensen die besmet waren met de deltavariant, zoals door eerdere studies is bevestigd. Toch hebben volledig gevaccineerde mensen minder kans om anderen te besmetten.

"Transmissie is veel complexer," zei Butler-Wu, wat betekent dat de Ct-waarde slechts een momentopname is en niet het volledige ziekteverloop weergeeft.

Het is waarschijnlijk dat mensen die gevaccineerd zijn het Sars-Cov-2 virus sneller uit het lichaam 'opruimen'. Uit een eerdere studie uit Singapore is gebleken dat, hoewel de niveaus van de 'virale load' aanvankelijk gelijk waren bij degenen die met de deltavariant waren besmet, ongeacht de vaccinatiestatus, de niveaus van het virus tegen dag zeven snel daalden bij degenen die waren gevaccineerd, waardoor het vermogen om ziekte te verspreiden mogelijk afneemt.

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat, ook al zijn de cyclusdrempelwaarden gelijk ongeacht de vaccinatiestatus, mensen die gevaccineerd zijn mogelijk minder besmettelijk virus in hun lichaam hebben, waardoor de overdracht mogelijk wordt beperkt. Richterman wees op een recente voorpublicatie uit China waarin een grote vermindering van de transmissie werd gevonden bij degenen die twee doses C19-vaccin hadden gekregen, vergeleken met de niet-gevaccineerden.

Vaccins hebben de mogelijkheid om overdracht van het virus op twee manieren te voorkomen, zei hij. De eerste is door infectie helemaal te voorkomen. De andere is door de hoeveelheid besmettelijk virus te verminderen mocht iemand toch ziek worden.

"Mensen die gevaccineerd zijn, hebben een immuunsysteem dat veel sneller antilichamen tegen het virus kan maken dan niet-gevaccineerde mensen die een immuunrespons nog moeten opbouwen," zei Richterman.

Bescherming tegen overdracht neemt af
De nieuwe studie toonde echter aan dat de bescherming tegen overdracht na verloop van tijd lijkt af te nemen. Na drie maanden hadden mensen die na vaccinatie met AstraZeneca een doorbraakinfectie hadden opgelopen, evenveel kans om de deltavariant te verspreiden als de niet-gevaccineerden. Hoewel de bescherming tegen overdracht afnam bij mensen die het Pfizer-vaccin hadden gekregen, was er nog steeds een voordeel in vergelijking met mensen die niet waren gevaccineerd.

Aangezien de antilichaamspiegels ook de neiging hebben om na vaccinatie in de loop van de tijd af te nemen, is een vermindering van de bescherming tegen transmissie te verwachten, zei Richterman.

"We weten dat de hoeveelheid antilichamen die in het bloed circuleren na vaccinatie in de loop van de tijd afneemt, al blijft het immuungeheugen krachtig en langdurig werkzaam en in staat om infecties te voorkomen, vooral ernstige infecties," zei hij. "Deze circulerende antilichamen die onmiddellijk beschikbaar zijn spelen waarschijnlijk een rol bij het voorkomen van overdracht bij een doorbraakinfectie, dus ik denk niet dat het verrassend is om enige verminderde bescherming tegen overdracht na verloop van tijd te zien."

Richterman en Butler-Wu waren het erover eens dat als de transmissie in de gemeenschap hoog blijft maskers en testen belangrijk blijven.

"We moeten onze vaccins combineren met andere maatregelen om de hoeveelheid virus waaraan we worden blootgesteld te verminderen door zaken zoals het dragen van een mondkapje en testen," zei Butler-Wu. "Het nemen van additieve maatregelen is erg belangrijk in dit geval." Richterman was het daarmee eens.

"Hoewel er een vaccinatiegraad bereikt kan worden die hoog genoeg is om andere maatregelen zoals het dragen van mondkapjes en afstand houden van elkaar overbodig maken zijn we daar nog lang niet in veel delen van de VS," zei hij.