13 jaar cel geëist tegen 21-jarige Amsterdammers voor dodelijke drillrapsteekpartij

Er is door het Openbaar Ministerie dertien jaar cel geëist tegen twee 21-jarige Amsterdammers die worden verdacht van doodslag op de 19-jarige Rotterdammer Cennethson 'Chuchu' Janga. Zo is te lezen op AT5.

De dodelijke steekpartij vond plaats bij een confrontatie tussen drillrapgroepen '73 De Pijp' uit Amsterdam en '24' uit Rotterdam. De twee frontmannen zouden ruzie hebben gehad en dat kwam tot een confrontatie op 10 augustus 2020 op de drukke pier in Scheveningen. 

Volgens het Openbaar Ministerie escaleert het conflict als de Amsterdamse leider, rapper Tyrece B., door een Rotterdammer wordt vastgepakt. De Rotterdammer zou ook een greep doen naar het tasje van B., waar mogelijk een vuurwapen in zou zitten. Vervolgens stuiven de leden van de Rotterdamse groep uit elkaar en gaat het mis. Slachtoffer Janga rent tussen de twee Amsterdamse verdachten door en camerabeelden laten zien dat zij bewegingen maken naar het slachtoffer. Hij blijkt gestoken te zijn. Nadat hij nog van een trap af weet te komen stort hij gewond neer en overlijdt later die avond aan de steekwonden in hart en buik. 

De verdachten ontkennen betrokkenheid en waren naar eigen zeggen om 'te chillen'  op de pier. De officier van justitie gelooft daar niks van. "Er was een ruzie tussen de leiders van de drillrapgroepen en beide verdachten wisten dat. De een kwam naar Den Haag met vier grote messen. De ander met een klein mes en handschoenen. Op het moment dat de Rotterdammers de pier oplopen, trekt hij die handschoen aan. De ander pakt dan een van zijn messen.”

Verder geeft ze aan dat de verdachten deze situatie doelbewust hebben opgezocht. "Een ruzie tussen twee drillrappers in een scene waarin geweld wordt verheerlijkt. (...) Veel mensen zijn ongewild getuige geweest van de chaos, van het slachtoffer die onderaan de trap vocht voor zijn leven. Door het handelen van de verdachten is de moeder, de zussen en broer van het slachtoffer onherstelbaar leed aangedaan.”

Op 4 november doet de rechter uitspraak.