Motie Indische Kwestie aangehouden

Tijdens de algemene politieke beschouwingen (apb) is ook de Indische Kwestie ter sprake gekomen. De motie van de politieke partij Boer Burger Beweging (BBB), om “te komen tot een finale, allesomvattende, integrale en rechtvaardige regeling voor alle gedupeerden”, werd aangehouden.

Over de motie, die ook mede werd ingediend door de eenmansfractie Bij1, werd daarom niet gestemd. Via Twitter liet BBB weten de motie “na overleg met enkele partijen” aan te houden “om deze nog wat verder aan te scherpen”. BBB deed dat nadat minister-president Mark Rutte tijdens het debat de Tweede Kamer liet weten de motie te ontraden. Volgens Rutte is de motie “echt té veel omvattend” en doet deze “onvoldoende recht aan de zéér complexe historische situatie”. Rutte zei wel de “achterliggende motieven” van de motie te begrijpen.

De Indische Kwestie is een verzamelterm voor uitblijvend rechtsherstel van diverse bevolkingsgroepen uit voormalig Nederlands-Indië, waaronder Indische Nederlanders. Een onderdeel daarvan zijn de niet-betaalde salarissen en soldij van voormalig ambtenaren en militairen. Volgens de Nederlandse Staat zou de schuld zijn overgeheveld aan gewezen vijand Indonesië. Die lezing is brisant, niet alleen omdat de latere Indonesische machthebbers tijdens de Tweede Wereldoorlog met Japan collaboreerden, maar ook omdat tijdens de Bersiap vele duizenden (Indische) Nederlanders door Indonesiërs zijn vermoord.

De opstelling van de Nederlandse regering ligt binnen Indisch Nederland dan ook zeer gevoelig, zeker nu voor Indonesische slachtoffers van Nederlands militair optreden steeds vaker wel van alles uit de kast lijkt te worden getrokken. Daardoor hebben veel betrokkenen het gevoel dat er wordt gemeten met twee maten. Daarbij komt dat Nederland de twijfelachtige eer hooghoudt het enige land ter wereld te zijn dat, over de periode tijdens de Tweede Wereldoorlog, nooit loon of soldij heeft betaald aan al haar ambtenaren en militairen.