Google hoeft C19-video met Van Haga en Blckbx niet terug te plaatsen op YouTube

Google hoeft een verwijderde video van een interview met Tweede Kamerlid Wybren van Haga over de coronamaatregelen niet terug te plaatsen op YouTube. Google mocht de video verwijderen omdat deze in strijd is met het Covid-beleid van het videoplatform. Het verwijderen van de video vormt bovendien geen onrechtmatige inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld.

In maart van dit jaar plaatsten Van Haga en internetkanaal Blckbx twee video’s op YouTube. De eerste video betrof een discussie tussen Kamerlid Van Haga en RIVM-directeur Jaap van Dissel tijdens een technische briefing in de Tweede Kamer. De tweede video betrof een interview met Van Haga door Blckbx. In beide video’s liet Van Haga zich kritisch uit over de coronamaatregelen. De video’s werden van YouTube verwijderd omdat deze in strijd zouden zijn met het Covid-beleid van het platform. Dat beleid is erop gericht de verspreiding van onjuiste informatie over het coronavirus tegen te gaan. Hierop spanden Van Haga en Blckbx een kort geding aan. Enkele dagen voor het kort geding werd de video over de briefing in de Tweede Kamer teruggeplaatst, de tweede video bleef offline.

Video schond Covid-beleid Google
Van Haga en Blckbx eisten dat Google zou worden verplicht de Interview-video terug te plaatsen. De voorzieningenrechter wijst deze eis af. De reden daarvoor is onder meer dat Van Haga en Blckbx met het aanmaken van een account op YouTube zelf akkoord zijn gegaan met de bepalingen van het platform, waaronder het Covid-beleid. De rechter oordeelt dat Google terecht heeft gemeend dat de interviewvideo het eigen Covid-beleid schond. Zo werden de bepalingen over mondkapjes en de vergelijking met griep overtreden, alsmede de bepaling die verbiedt te beweren dat vaccins het risico op corona niet verkleinen en de bepaling die verbiedt te beweren dat kinderen geen corona kunnen krijgen.

Covid-beleid niet in strijd met vrijheid van meningsuiting
De voorzieningenrechter oordeelt ook dat het verwijderen van de interviewvideo niet in strijd is met het recht op vrijheid van meningsuiting. Met haar Covid-beleid geeft Google niet alleen gehoor aan de oproep van centrale overheden om hen bij te staan in de strijd tegen de verspreiding van onjuiste informatie over het coronavirus, het vormt tevens een uitwerking van het fundamentele recht op eigendom van Google: het bedrijf mag zelf bepalen welke regels op het platform gelden, waaronder de regel dat content die in strijd is met het Covid-beleid, wordt verwijderd. Het eigendomsrecht van Google geldt dus als een legitieme beperking van de vrijheid van meningsuiting van anderen.

Ook geen rectificatie
Google kan ook niet worden veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie met betrekking tot de aanvankelijke verwijdering van de Kamervideo, ook al was dit bij nader inzien onterecht. Gezien de titel van de video “Is de IFR van corona vergelijkbaar met die van de griep? Ja!” mocht Google in eerste instantie menen dat de video in strijd was met het eigen Covid-beleid en dat zij dus tot verwijdering mocht overgaan.