'Teveel blanken in Team NL'

Het is heel erg slecht gesteld met de diversiteit in Team NL, de sporters die meedoen aan de Olympische Spelen in Tokio. Slechts zeven procent van de sporters hebben nameiijk een niet-westerse achtergrond en dat zou, met de verhoudingen zoals die gelden in de Nederlandse populatie, toch zeker veertien procent moeten zijn. Dagblad Trouw heeft drie onderzoekers gevonden die gaan uitleggen waarom niet-westerse sporters toch zo zielig ondervertegenwoordigd zijn.

Nog geen twintig Olympische sporters hebben een migratie-achtergrond. Volgens Agnes Elling van het Mulier Instituut komt dat, omdat de sporten waar de Nederlanders goed in zijn traditioneel Hollandse sporten zijn: paardrijden, zeilen en hockey bijvoorbeeld.

De sportkeuze van minderheden is minder breed, vooral voetbal en vechtsporten zijn populair. Sporten waarmee je de maatschappelijke ladder kan beklimmen, ofwel: snel rijk en populair mee kan worden.

Verder worden beginnende voetballers over het algemeen goed begeleid door de clubs, terwijl bij de typisch Hollandse sporten vaak de ouders die rol op zich nemen. Deze atleten komen over het algemeen ook uit hoger opgeleide gezinnen, zodat de hogere kosten van die sporten betaald kunnen worden.

De collega van Elling, onderzoeker Rens Cremers, vraagt zich af of sporten die heel blank gebleven zijn wel toegankelijk genoeg zijn voor mensen met een andere achtergrond. "Als sporten een divers verenigingsleven hebben, zie je die diversiteit ook terug in de topsport."

'Bewuste interventie nodig'
Afgelopen januari hebben 26 sportbonden de Charter Diversiteit van NOC-NSF ondertekend dat verder gaat dan alleen man-vrouw-verhoudingen in de sport. Bijzonder hoogleraar Jacco van Sterkenburg, gespecialiseerd in etnische diversiteit in de sport: "Omdat kinderen met een migratieachtergrond zich niet herkennen in de beoefenaars, voelen zij zich minder welkom of trekt het hen minder aan. Om minderheden te trekken, is een bewuste interventie nodig."

"Waarom is bijvoorbeeld de wielersport zo wit gebleven?", oreert Sterkenburg. "Als ik jongeren interview noemen ze vaak de kosten." Toch denkt de hoogleraar het beter te weten dan de geïnterviewde jongeren zelf. Het komt namelijk door een gebrek aan herkenbare rolmodellen. "Die zijn essentieel voor de aantrekkingskracht van een sport."

Onderzoekster Elling eindigt het verhaal: "We zijn misschien toch witter zijn dan we denken, ook in de sport. Met verwijzing naar het multiculturele voetbal wordt sport vaak als voorbeeld van integratie genoemd. Terwijl de sport in de breedte dus niet zo divers blijkt. Dat zie je aan Team NL."