De olieprijs loopt op en daarmee ook de inflatie

De olieprijs blijft maar stijgen en daarmee de benzineprijs aan de pomp. En dan hebben we ook nog te maken met een duurdere dollar. 

Voor de Nederlandse automobilist is tanken niet bepaald een feestje. Alleen al dit jaar is de prijs voor een liter ongelood gemiddeld met 14 cent omhoog gegaan. En aan die stijging lijkt voorlopig nog geen eind te komen. Want maandag steeg de prijs tot boven de 70 dollar voor een vat Brent-olie, de internationale maatstaf voor de olieprijs.

Eén van de oorzaken van de prijsverhoging was de aanval afgelopen weekend van Houthi-rebellen op een oliehaven in Saoedi-Arabië. De aanval heeft niet tot schade aan mensen of olie-installaties geleid, maar men is behoorlijk geschrokken. Saoedi-Arabië is de grootste olieproducent van de wereld. Als deze productie wegvalt of hapert, heeft de wereld een serieus olieprobleem.

Daarnaast besloten de Opec-leden en Rusland om de olieproductie niet te verhogen. Daar was vanwege de oplopende prijs wel op gerekend. "De producenten hebben gedacht: meer oppompen voor een lagere prijs levert niet meer op dan minder oppompen voor een hogere prijs’’, vat Hans van Cleef, sectorbankier energie bij ABN Amro, de strategie samen.

Nu we met zijn allen langzaam opkrabbelen uit de COVID-19 pandemie en de economie weer begint te groeien zal dat een grotere vraag naar olie betekenen. Vandaar dat verwacht werd dat Opec de productiebeperkingen, die werden ingevoerd doordat de pandemie de vraag naar olie deed wegvallen, ongedaan zou maken. Meer hierover in De Stentor.