Artsen buigen zich over zoönoseaanpak (besmetting van dier naar mens)

Arts en voormalig WHO-gezant Henk Bekedam gaat een nieuwe werkgroep leiden die zich moet buigen over het voorkomen en bestrijden van zoönose-uitbraken. In de werkgroep die is opgericht in opdracht van de overheid zitten ook andere artsen. Zo meldt Medisch Contact.

De werkgroep moet aanbevelingen opstellen om de risico’s op toekomstige zoönotische uitbraken te verkleinen, aldus demissionair ministers Tamara van Ark (Medische Zorg) en Carola Schouten (LNV) in een Kamerbrief. De groep moet in kaart brengen welke factoren in welke mate bijdragen aan het ontstaan en verspreiden van zoönosen en welke strategieën het beste werken om de kans daarop te verkleinen. De groep dient zich te richten op zogenaamde contactzoönosen, die worden overgedragen door direct of indirect contact tussen mens en dier, maar niet op voedseloverdraagbare zoönosen.

Deskundigen
De tot voorzitter bestempelde Bekedam werkte bijna 25 jaar als vertegenwoordiger WHO in onder andere China, Egypte en India op het gebied van zoönosen. Daarvoor werkte de arts onder andere in Zambia en Malawi. De werkgroep wordt verder gevormd door deskundigen op het gebied van volksgezondheid, diergezondheid, natuur, milieu, biodiversiteit en gedragswetenschappen, zoals arts-microbioloog Jan Kluytmans, hoogleraar infectieziekten Leo Visser en hoogleraar moleculaire virologie Ron Fouchier.

Aanvulling
De werkgroep is een aanvulling van het demissionaire kabinet op al bestaande activiteiten. Sinds 2011 is een zogenaamde "zoönosestructuur" van een aantal humane en veterinaire gezondheidsorganisaties opgetuigd die ervoor moet zorgen dat uitbraken op tijd worden opgemerkt en vervolgens bestreden. Die organisaties hebben maandelijks overleg, waarbij indien nodig verschillende deskundigengroepen worden betrokken, zoals een apart Management Outbreak Team voor Zoönosen. Verder delen universitaire instituten hun kennis over infectieziekten via het NCOH (Netherlands Centre for One Health). Zowel het ministerie van VWS als van LNV zijn betrokken bij de zoönosestructuur, maar VWS is bestuurlijk verantwoordelijk omdat de volksgezondheid volgens de ministers vooropstaat bij zoönotische uitbraken.