Rijkswaterstaat verwacht een hoogwatergolf op de Rijn (14,30 NAP)

Rijkwaterstaat bereidt zich voor op een hoogwatergolf op de Rijn. Veel regen en smeltwater van sneeuw in het zuiden van Duitsland en Zwitserland zorgen voor een stijging van de waterstand in de Rijn bij Lobith eind deze week tot 14,30 m boven NAP. Rijkswaterstaat houdt nauwgezet bij hoe het water stijgt en neemt maatregelen, zoals het openen van stuwen om het water versneld naar zee af te voeren.

Als de waterstand boven de 12 m boven NAP komt, treden de rivieren buiten de oevers en zijn maatregelen nodig. Door slim watermanagement weet Rijkswaterstaat hoeveel water er aankomt en zorgen we ervoor dat het water vlot en veilig naar de zee kan worden afgevoerd.

Operator water- en scheepvaartverkeermanagement Danny van Aarle stuurt vanuit bediencentrale Amerongen de stuwen in de Nederrijn en de Lek aan en houdt de vaarweg nauwlettend in de gaten.

‘Vanaf de bediencentrale in Amerongen kan ik alle drie de stuwen en de sluizen in de Nederrijn en Lek bedienen’, vertelt Van Aarle. ‘Allereerst zetten we stuw Driel in, de kraan van Nederland. Op basis van vooraf bepaalde waterdata verdelen we het water op die manier over de IJssel, Nederrijn en Lek. Daarna volgen de stuwen Amerongen en Hagestein.’

Goed voorbereid op hoogwater
Het hoogwater kwam niet als een verrassing voor de operator. ‘We bereiden ons goed voor met behulp van metingen. Daarnaast gebruiken we verwachtingen die zijn gebaseerd op weersverwachtingen, neerslaggegevens en de waterhoogtes van de rivieren in Duitsland, België en Zwitserland. Zo voorspelde de neerslag in het hooggebergte van Zwitserland en Duitsland al een toename in de wateraanvoer in de Rijn. Vorige week wisten we dus al dat er hogere waterstanden aan zouden komen. Zodra dat bericht kwam, hebben we ons erop voorbereid om de stuwen te openen.’

Graadmeter openen stuwen
‘Het waterpeil bij het meetstation Lobith is een belangrijke graadmeter voor ons watermanagement. Aan de hand van de hoeveelheid water die bij Lobith binnenkomt, bepalen we de mate waarin we de stuw openzetten. Dit proces begint zodra het waterniveau 8.60 m NAP bereikt. Bij een waterniveau van 10 m boven NAP gaat stuw Driel open. Als het water nog verder stijgt naar 11.40 m boven NAP, volgen de stuwen Amerongen en Hagestein.’

Veilige scheepvaart
Achter het openen van de stuwen gaat een heel proces schuil. ‘Wanneer we de stuwen openzetten, letten we erop dat de wateraanvoer niet te veel zand met zich meebrengt en ondieptes veroorzaakt. Daarom controleert een mobiel verkeersleider de waterdiepte voorafgaand én tijdens de openstelling van de stuwen. Deze moet namelijk voldoende zijn om de scheepvaart veilig over de rivier te kunnen laten doorvaren. Vervolgens zetten we een betonningsvaartuig in om de vaarwegmarkering aan te passen, zodat de schepen de stuw veilig kunnen passeren.’

Afname hoogwater
Wanneer de stuwen dan weer dicht gaan? ‘De opening van de stuwen wordt stapsgewijs afgebouwd, zodra het waterniveau daalt. Dan gaan eerst de stuwen Hagestein en Amerongen dicht. Als laatste volgt stuw Driel. Deze blijft open tot de waterstand bij Lobith onder de 10.00 m NAP zakt. Als de stuwen weer dicht zijn, kunnen de schepen er natuurlijk niet meer onderdoor en moeten ze weer gebruikmaken van de sluis naast de stuwen.'

Bescherming tegen het water
Naast het openen van de stuwen neemt Rijkswaterstaat ook andere maatregelen. Zo is de hoogwaterkering Ravenswaaij in het Amsterdam-Rijnkanaal gesloten om het achterland te beschermen. Bovendien staan de Haringvlietsluizen open. Rijkswaterstaat verwacht dat het water na het weekeinde weer gaat zakken, maar als er opnieuw veel neerslag valt, is een nieuwe stijging ook mogelijk. Binnen Nederland werkt Rijkswaterstaat nauw samen met andere waterbeheerders, zoals waterschappen, gemeenten en provincies. Ook zij nemen maatregelen om wateroverlast te beperken.