Raad voor de Rechtspraak: geen taakstrafverbod voor geweld tegen hulpverleners

De Raad voor de rechtspraak is geen voorstander van een taakstrafverbod voor daders van geweld tegen hulpverleners. Morgen debatteert de Tweede Kamer over een wetsvoorstel dat het opleggen van een taakstraf in dit soort zaken onmogelijk maakt. De Raad vroeg de minister al eerder om daarvan af te zien, in dit wetgevingsadvies.

De Raad begrijpt dat de maatschappij extra vergelding vraagt als er geweld wordt gepleegd tegen hulpverleners, zeker in het licht van de rellen van afgelopen weekend. Vanwege die extra vergelding, en om een krachtig signaal te geven richting potentiële geweldplegers, straffen rechters al veel hoger bij geweld tegen agenten, zorgverleners en andere medewerkers met een publieke taak. Soms dubbel zo zwaar.

Dit wetsvoorstel belemmert de rechter echter in zijn mogelijkheden om rekening te houden met bijzondere omstandigheden en dus maatwerk te leveren. De Raad vindt dat erop vertrouwd moet worden dat de rechter per geval zorgvuldig straft. De Raad voor de rechtspraak sprak zich eerder sterk uit tegen wetsvoorstellen die de rechter belemmeren om maatwerk te leveren, zoals onderdelen van het wetsvoorstel seksuele misdrijven. Ook de toeslagenaffaire onderstreept hoe belangrijk het is dat de wet hiervoor ruimte biedt en dat het ontbreken van die ruimte tot onrecht kan leiden.

Geweld is onacceptabel
Strafrechter Lieneke de Klerk: ‘Geweld tegen hulpverleners is verschrikkelijk en onacceptabel, dat vindt iedereen. Je moet de gevolgen voor het slachtoffer nooit bagatelliseren. Maar rechters moeten wel de mogelijkheid hebben om maatwerk toe te passen. Iemand die een politieagent een duw geeft omdat hij ziet dat zijn beste vriend een duw krijgt is dan wat anders dan iemand die er zomaar op los gaat meppen.’

Hogere straf geen oplossing
Daarnaast zet De Klerk haar vraagtekens of de wet zal bijdragen aan een afname van geweld tegen hulpverleners: ‘Met dit voorstel wordt een onjuiste voorstelling gemaakt van wat het strafrecht kan betekenen. Uit criminologische studies blijkt dat een hogere straf niet voor minder geweld zal zorgen. Het kan zelfs averechts werken: omdat mensen soms hun werk, huis of relatie verliezen bij een gevangenisstraf kan de kans dat ze verder ‘afglijden’ en daardoor nogmaals in de fout gaan juist toenemen. In veel geweldszaken tegen hulpverleners zien we dat daders het vaak in een opwelling doen, omdat ze bijvoorbeeld heel emotioneel zijn. Die laten zich in zo’n moment niet afschrikken door de gedachte dat ze een gevangenisstraf kunnen krijgen.’

De Raad wil dus dat rechters de mogelijkheid hebben om forse straffen op te leggen, maar ook om – als de situatie daarom vraagt – een andere passende vorm van straf dan celstraf op te leggen. Die mogelijkheid ontbreekt in het wetsvoorstel.