'Werkgevers misbruiken de coronacrisis’

Werkgevers misbruiken de coronacrisis, vindt vakbond FNV. Ook bij bedrijven waar het goed gaat zijn nauwelijks afspraken te maken over meer loon en meer vast werk, constateert cao-coördinator Zakaria Boufangacha in het AD.

De COVID-19 pandemie heeft de cao-onderhandelingen overhoop gegooid. Voor de uitbraak zijn er loonsverhogingen van 3,2 % afgesproken en is er overeen gekomen dat er minder flexcontracten zouden worden afgesloten en juist meer contracten voor onvoorwaardelijke tijd. De onderhandelingen kwamen door de coronamaatregelen vrijwel stil te leggen.

Toen de onderhandelingen tussen de FNV en de werkgevers weer konden worden hervat, merkte de vakbond een veranderde houding bij de werkgevers. Er is nu bijna niets meer mogelijk. Het salaris kan niet worden verhoogd en mogelijkheden tot vervroegd stoppen bij zware beroepen of arbeidsduurverkorting zijn niet meer bespreekbaar.

Dit is ook het geval in de sectoren waar het wel goed gaat zoals de metalelektro en de supermarkten. Er wordt weer veel overgewerkt in de metalelektro, de supermarkten draaien mega-omzetten en ook de transportsector kan het aantal opdrachten amper bijbenen. In diverse sectoren, zoals metalelektro, transport en grootmetaal, groeit de frustratie waardoor mogelijke acties worden voorbereid.

Naast de verharde opstelling van werkgevers bij de cao-onderhandelingen, wordt er ook steeds meer ingespeeld op de angst voor werkloosheid. Een reële angst voor veel werknemers nu er door de gevolgen van COVID-19 veel ontslagen zijn gevallen.

Een andere wens van de vakbond is om het minimumloon te verhogen van 10 euro naar 14 euro per uur, hier waren al vergevorderde afspraken over gemaakt voor een groot aantal CAO’s. Maar ook hier willen de werkgevers sinds de COVID-19 uitbraak niet meer over onderhandelen.