Langlaufers Klæbo en Johaug pakken eindwinst Ruka Triple

In het Finse Ruka is het eerste World Cup-weekeinde voor de langlaufers alweer afgesloten. De derde en laatste etappe van de Ruka Triple was een achtervolging in vrije stijl, tien kilometer voor de vrouwen en vijftien voor de mannen. Starten gebeurde op basis van de verschillen in het klassement, dus de eindwinst ging naar degene die als eerste de finish passeerde.

Vrouwen
Therese Johaug vertrok als eerste en kreeg een groepje achter zich aan met de Zweedse Frida Karlsson, haar rap sprintende landgenotes Maja Dahlqvist en Linn Svahn en de Russinnen Tatiana Sorina en Natalia Nepryaeva. Johaug liep seconde na seconde verder uit op het kwintet, dat gezelschap kreeg van een vierde Zweedse, Ebba Andersson. Johaug kwam geen moment in de problemen, zoals ook al werd verwacht, en schreef een overtuigende nieuwe zege op haar naam.

De strijd om plek twee kende wel de nodige actie en in de laatste kilometer waren Sorina, Andersson en Karlsson plotseling los - Svahn, Dahlqvist en Nepryaeva waren afgehaakt. Sorina sprintte naar de tweede plek, voor Andersson en Karlsson, met Rosie Brennan en de jonge Helene Marie Fossesholm op indrukwekkende vijfde en zesde plekken. Svhan en Dahlqvist finishten als zevende en achtste, nadat de sprintspecialistes in de slotfase af moesten haken.

Mannen
Johannes Høsflot Klæbo vertrok als eerste, 26 seconden voor de Rus Alexander Bolshunov, die al snel gezelschap kreeg van de vijf tellen later vertrokken Noor Emil Iversen. Een halve minuut daarachter vonden Alexey Chervotkin en Iivo Niskanen elkaar snel, maar het leek al niet heel waarschijnlijk dat die Klæbo zouden kunnen bedreigen.

Bolshunov en Iversen kwamen beetje bij beetje dichterbij Klæbo, Niskanen en Chervotkin kregen bijna gezelschap van de Brit Andrew Musgrave en de Rus Evgeniy Belov. Na vijf kilometer zaten Bolshunov en Iversen nog op vijftien seconden van Klæbo, met Niskanen en Chervotkin daar twintig tellen achter, gevolgd door Belov en Musgrave. Halverwege sloten de twee achtervolgers aan bij Klæbo, terwijl Niskanen en Belov op 25 seconden aansloten bij Musgrave en Chervotkin.

De drie vooraan bleven vervolgens tot in de laatste halve kilometer samen, waarna Klæbo op het slotklimmetje de aanval opende. Dat was teveel voor de andere twee en de Noor won de wedstrijd op fraaie wijze, voor Bolshunov en de uitgepierde Iversen. Hans Christer Holund finishte zowaar nog als vierde, ruim voor Niskanen en Musgrave, nadat hij vanaf plek zestien naar voren was gekomen.