Meer aandacht voor Nederlands-Indië

Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) wil dat er meer aandacht wordt besteed aan de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië. Hij trekt daarvoor 20 miljoen euro uit. Niet iedereen lijkt enthousiast.

“De bevrijding van Japan en het einde van de Tweede Wereldoorlog was voor veel mensen in Nederlands-Indië het begin van een periode van geweld, chaos en onzekerheid”, licht Blokhuis zijn plannen toe. Hij wil de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië voor zoveel mogelijk mensen tot leven brengen. Over het precieze hoe en wat zal een speciale commissie zich moeten buigen. Daarnaast stelt de staatssecretaris extra geld beschikbaar als zogenaamde 'collectie erkenning' voor wat de Indische gemeenschap heeft meegemaakt.

Alhoewel meer aandacht voor de Nederlands-Indische geschiedenis altijd op sympathie vanuit de Indische gemeenschap kan rekenen klinkt er ook kritiek. Zo worden er bijvoorbeeld vraagtekens geplaatst bij de voorlopige verdeling van het budget. Als het aan de staatssecretaris ligt zou een deel van de miljoenen terechtkomen bij het Museum Sophiahof. Het museum is niet onomstreden. Samen met het Indisch Herinneringscentrum (IHC) zocht het de afgelopen jaren regelmatig de controverse.

Dieptepunt was de omstreden expositie ‘Vechten voor Vrijheid’, waarin het Indonesische geweld van de Bersiap was aangeduid als ‘verzet’ en werd vergeleken met het verzet tegen Nazi-Duitsland en Japan. De tentoonstelling leidde onder Indische Nederlanders tot heftige emoties. Ook Hans Moll, voorzitter van Federatie Indische Nederlanders (FIN), schoof zijn kritiek niet onder stoelen of banken. “Deze pro-Indonesische invalshoek maakt een karikatuur van verzet en bagatelliseert het Nederlandse leed”, zei hij toen onder andere.

De plannen van Blokhuis blijken echter niet in beton gegoten. “Ik vind het belangrijk dat de behoeften en gevoelens van mensen uit de Indische gemeenschap leidend zijn bij de verdeling van dit geld”, zo laat hij weten. Later dit jaar zal de staatssecretaris een verdere uitwerking van de plannen naar de Tweede Kamer sturen. Het gaat in 2020 om 2,4 miljoen, in 2021 om 15,7 miljoen en in 2022 om 2,6 miljoen euro. Vanaf 2023 komt er 0,7 miljoen euro structureel extra beschikbaar.

Op steun van het Indisch Platform 2.0 hoeft de staatssecretaris in ieder geval niet te rekenen. De belangenorganisatie is woedend over de plannen, omdat het bedoeld zou zijn als “afkoop van salarissen en claims die nog open staan.” Het platform doelt daarmee onder andere op de Backpay, dat gaat over niet-betaalde salarissen over de Tweede Wereldoorlog van voormalig KNIL-militairen en andere ambtenaren. Weblog Indisch4Ever noemt de plannen een 'zoethoudertje' en rept zelfs over 'koloniale mentaliteit'.