OM eist in hoger beroep ruim 13 jaar cel voor drugssmokkel in Rotterdamse haven

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van dertien jaar en drie maanden geëist tegen een 69-jarige man uit Schiedam. Hij wordt verdacht van grootschalige drugssmokkel in de Rotterdamse haven. Ook verdenkt het OM hem van het omkopen van een douanier.

Drugstransporten
De rechtbank veroordeelde de verdachte op 15 maart 2017 tot een gevangenisstraf van veertien jaar. De officier van justitie had een straf van zestien jaar geëist; de verdachte ging tegen het vonnis in hoger beroep, het OM niet.

Net als de rechtbank achten de officieren van justitie in hoger beroep, de advocaten-generaal (AGs), bewezen dat de Schiedammer de organisator was van enkele grote drugstransporten naar Rotterdam in 2014 en 2015. Daarbij zorgde een corrupte douanier ervoor dat de containers met drugs zonder controle Nederland binnen konden komen.

Onbetwiste leider
“De verdachte is daarbij de onbetwiste leider,” aldus de AGs in hun requisitoir voor het gerechtshof in Den Haag. “Hij regelt, controleert en stuurt aan. Dat hij niet met zich laat sollen blijkt uit de verklaring van de douanier. Direct bij de eerste ontmoeting maakt de verdachte duidelijk wie de baas is. De douanier is dan ook behoorlijk onder de indruk.”

Het bewijs in deze zaak is voor een belangrijk deel gebaseerd op gesprekken die met afluisterapparatuur in het huis van de zoon van de verdachte zijn opgenomen. Dankzij deze apparatuur konden rechercheurs meeluisteren naar gesprekken tussen vader en zoon. Ook observeerden rechercheurs ontmoetingen tussen de verdachte en de corruptie douanier.

“De verdachte is daarbij de onbetwiste leider. Hij regelt, controleert en stuurt aan. Dat hij niet met zich laat sollen blijkt uit de verklaring van de douanier. Direct bij de eerste ontmoeting maakt de verdachte duidelijk wie de baas is."

Meerdere verdachten
De betreffende douanier is in mei in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien jaar. De zoon van de verdachte moet zich vrijdag 4 september verantwoorden voor het Haagse gerechtshof. Hij werd tegelijkertijd met zijn vader door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. Zowel de zoon als het OM gingen tegen dat vonnis in hoger beroep.

Daarnaast moet een andere zoon van de verdachte op 2 september a.s. terechtstaan in hoger beroep. Hij wordt verdacht van het plegen van een moordaanslag in maart 2015 in een natuurgebied vlakbij Spijkenisse. Daarbij overleefde het slachtoffer de aanslag. Die moordpoging heeft in de ogen van het OM raakvlakken met deze zaak. De stiefzoon werd eerder door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien jaar. Hij ging daartegen in hoger beroep.

Aangepaste eis
De straf die het OM tegen de verdachte eist is lager dan voor de rechtbank. Enerzijds omdat het OM aansluiting vindt bij het vonnis van die rechtbank. Anderzijds omdat het te lang heeft geduurd voordat de zaak in hoger beroep werd behandeld. Daardoor is een strafvermindering van vijf procent in de eis verwerkt.