Vrijwillige hulp tijdens corona lockdown schiet te kort

Vrijwillige hulp blijkt tijdens de eerste maanden van de coronacrisis voor een derde van de hulpbehoevenden in Nederland te kort te schieten. Hoewel er duizenden mensen in actie kwamen en het aanbod vaak vele malen hoger was dan de vraag, bleken er door vraagverlegenheid, belemmerende regels en versnippering toch tekorten te zijn.

Met name op het sociale vlak: men voelde zich vaker eenzaam. “Ook nu nog missen mensen contact. Dit kan beter. Daarom vroegen we advies van ruim 1.800 hulpbehoevenden, vrijwilligers en professionals om mee te denken”, aldus Jeroen de Punder van het grootste coronahulp- en vrijwilligersplatform NLvoorelkaar. “Het resultaat: we gaan versnippering tegen met een centrale matchdatabase, en starten deze zomer als lid van het Nationale Coalitie actieprogramma ‘Een tegen Eenzaamheid’ een eigen campagne om eenzaamheid te verlagen.”

Meer hulp maar ook meer eenzaamheid
Nederland staat in crisistijd massaal voor elkaar klaar. Tijdens de lockdown zag het platform een instroom die negen keer zo groot was als normaal, leidend tot ruim 170.000 deelnemers. Ook waren er veel nieuwe gezichten: 12,5 procent van de helpers had nog nooit eerder vrijwilligerswerk gedaan.

Om het hulpaanbod in goede banen te leiden en lokaal veilig te matchen met daar waar de hulp hard nodig was, werden er meer dan 65 lokale coronahulpplatformen uitgerold met behulp van het Ministerie van VWS én vele lokale bemiddelpunten. Met succes: meer dan 28.000 geslaagde coronahulpmatches volgden.

Uit het eerste coronahulp onderzoek van Nederland, uitgevoerd onder deelnemers van NLvoorelkaar en in samenwerking met prof. dr. Lucas Meijs (Rotterdam School of Management, Erasmus University) blijkt echter dat ruim een derde van de hulpvragers alsnog een tekort aan hulp heeft ervaren. De behoefte aan sociaal contact om zich minder eenzaam te voelen voerde bij 38 procent van hen de hoofdtoon. Ook het aantal vrijwilligers dat vrijwilligerswerk doet om minder eenzaam te zijn, verdubbelde bijna ten opzichte van een half jaar geleden: van 21 procent naar 37 procent.

Knelpunten
De toegenomen behoefte aan hulp is nauwelijks boven water gekomen tijdens de lockdown zelf. Uit het onderzoek blijkt dat 40 procent van de hulpbehoevenden het vragen van hulp tijdens de coronacrisis lastiger vinden dan ‘normaal’. Angst voor besmetting, de aanname dat het niet mag en familie en professionals die te druk of afwezig zijn belemmeren de gepercipieerde mogelijkheden tot het vragen en krijgen van hulp. Versnippering van de vraag en aanbod zorgden ervoor dat matchen moeilijker werd. En tenslotte maakten de RIVM richtlijnen veel activiteiten gewoonweg niet mogelijk, of was het voor professionals lastig om binnen deze regels creatieve oplossingen te bedenken.

Meijs: “De coronacrisis liet net zoals vorige crises dezelfde uitdaging zien: aan de ene kant barstte de vrijwillige energie direct los en aan de andere kant zette de organisatie uit veiligheid alle vrijwilligersactiviteiten stop. Met in het midden de professional die met minimale speelruimte alles in goede banen moest zien te leiden.” In het coronahulponderzoek gaven diverse professionals ook aan dat de hulpverlening beperkt werd door inflexibele, onduidelijke of trage regelgeving binnen de organisatie en de angst voor een boete.

“Snel hulp bieden was door de regelgeving niet altijd mogelijk. Niet alleen angst voor het virus, maar ook angst voor de zéér hoge boete heeft de hulpverlening wel wat beperkt.”

“Binnen mijn organisatie hebben we al die tijd geen vrijwilligers mogen inzetten terwijl hier wel behoefte aan was en dit op een veilige manier had gekund…”

Beter goed doen
De ruim 1.800 deelnemers aan het onderzoek hebben volop ideeën over het verbeteren van vrijwillige inzet voor zowel de hulpbehoevende, de aanbieder en de bemiddelende professional. De lokale coronahulpplatformen die vanuit een centrale database versnippering tegen gingen maar wel een lokale smoel hadden en lokale matching mogelijk maakten, bleken een schot in de roos. Daar gaat het platform dus mee door. Jeroen de Punder: “Versnippering maakt het moeilijker om te helpen of hulp te vinden. Uit ons onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de vrijwilligerscapaciteit van Nederland nog zeker 35 procent hoger kan als versnippering wordt voorkomen.”

Daarnaast start NLvoorelkaar, als lid van het Nationale Coalitie actieprogramma ‘Een tegen Eenzaamheid’ (een initiatief van Ministerie van VWS), binnenkort een campagne om de vraagverlegenheid en eenzaamheid te verlagen én het mensen makkelijker maken om hier iets aan te doen. Door mensen in de eigen buurt aan elkaar te matchen óf juist op persoonlijke klik virtueel te koppelen wordt er sneller en duurzamer sociaal contact gerealiseerd. Ook worden er mensen met specifiek talent geworven dat, tijdens de piek van de coronacrisis én nu nog steeds, onvoldoende beschikbaar is: vrijwilligers met groene vingers.

Tenslotte wordt de opgedane kennis en inzichten over het organiseren van vrijwillige hulp en het verlagen van vraagverlegenheid gedeeld met de “dappere professionals die tijdens corona klem zat tussen een stormvloed van vrijwillige energie en beperkende regelgeving”, aldus Meijs. “We moeten hen ondersteunen door ze de ruimte te geven om tijdens een crisis flexibel en creatief met de regels om te gaan. Een goed voorbereid plan van aanpak en heldere regelgeving rondom vrijwilligerswerk in crisissituaties helpt hierbij.”