Psychotische kleinzoon die grootmoeders huis in brand stak veroordeeld

Een 27-jarige man uit Hengelo die vorig jaar brand stichtte in de woning van zijn oma is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 540 dagen, waarvan 354 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Ook moet de man zich verplicht laten behandelen voor zijn psychotische stoornis. De rechtbank Overijssel acht bewezen dat de kleinzoon het leven van zijn oma op het spel zette.

Oma lag boven te slapen
In de vroege ochtend van 4 november 2019 stichtte de man brand in de aanbouw van de woning van zijn oma. Die aanbouw was ingericht als slaapplek voor de man. Op het moment van de brand lag zijn 79- jarige grootmoeder boven te slapen. Hij stak met een aansteker een laken en een gordijn in brand. Daarna pakte hij zijn fiets, drukte nog een keer op de bel van de woning, en fietste vervolgens weg. Doordat zijn oma wakker werd van de bel – en zij haar buurman waarschuwde – is de brand slechts beperkt gebleven tot de aanbouw van de woning. Het is dan ook niet aan de man te danken dat erger is voorkomen.

Grootmoeders leven op het spel
De rechtbank concludeert dat de kleinzoon schuldig is aan brandstichting, dat feit bekende de man ook. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat hij hiermee het leven van zijn oma op het spel zette of dat zij zwaar gewond zou kunnen raken.

Dat komt omdat hij de brand stichtte in de vroege ochtend, op een tijdstip waarop de meeste mensen liggen te slapen. De kans dat de bejaarde vrouw zou worden verrast door de brand en niet of te laat zou reageren was aanwezig. Dat de man wel op de bel gedrukt heeft maakt dit niet anders. Hij heeft niet gecheckt of zijn oma inderdaad wakker is geworden, maar is weggefietst.

Psychotisch
Uit onderzoek blijkt dat de man een psychotische stoornis heeft en drugs gebruikte. Dit speelde ook op het moment dat hij de brand stichtte. Deskundigen adviseren de rechtbank om de man verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren en adviseren (ook) een behandeling. De rechtbank neemt dit advies over.

De man is inmiddels al gestart met de behandeling – als een van de voorwaarden van de eerder geschorste voorlopige hechtenis– en die behandeling moet hij voortzetten. Ook mag hij geen drugs meer gebruiken. Werkt hij gedurende de proeftijd van drie jaar niet mee aan deze voorwaarden dan kan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf alsnog ten uitvoer gelegd worden.