EasyJet stopt als sponsor schaatsploeg Anema

Na twee seizoenen neemt luchtvaartmaatschappij easyJet afscheid als hoofdsponsor van de langebaanploeg van Jillert Anema. Het bedrijf heeft dat besloten naar aanleiding van de gevolgen van de coronacrisis.

EasyJet werd in 2018 sponsor van de langebaanploeg waar onder andere Jorrit Bergsma en Irene Schouten voor uit komen. De Britse luchtvaartmaatschappij had de intentie om door te gaan tot de Olympische Spelen van 2022 maar daar komt nu voortijdig een einde aan.

“Door het ongekende effect dat de coronacrisis heeft gehad op de luchtvaartsector hebben we helaas moeten besluiten onze sponsoring van het schaatsteam niet te verlengen voor het komende seizoen”, vertelt Stephanie Doggen, woordvoerster van easyJet. “We blijven uiteraard enorm trots op het team en op alles wat ze de afgelopen twee seizoenen hebben bereikt. We betreuren het ten zeerste dat onze samenwerking voorlopig niet door kan gaan, maar we wensen alle teamleden in deze onzekere tijden het allerbeste voor de toekomst.”

“Dit kon je zien aankomen. Als je 30 procent van je personeel moet ontslaan, weet je dat de kans klein is dat ze de financiering van de schaatsploeg zullen voortzetten”, aldus teammanager Jos Vaessen. “Zij moeten ook zien te overleven. De boekingen voor de zomer schijnen ook niet mee te vallen en het zal minimaal twee jaar duren voordat ze weer op normaal niveau zijn. Nee, dit is absoluut geen verrassing. Het zou pas een verrassing zijn geweest als ze wél door waren gegaan.”

Drie bestaande sponsoren Royal A-ware, ZiuZ en Interfarms nemen een deel van de kosten op zich. Daarnaast leveren de schaatsers en stafleden financieel in.

Nogmaals Vaessen: “Gelukkig is alles rond en kunnen we aan het seizoen beginnen. We hebben officieel geen langebaanteam meer, dus het team zal zich komend seizoen vooral richten op de marathons. Binnen het budget hebben we het zo geregeld dat we een post over hebben voor mensen met olympische ambities. Eventueel met de sponsors van de marathon erop, maar dat zien we dan wel.”