Verkeerde keuzes van verdachten mede oorzaak fataal steekincident Drachten

“Deze zaak is een duidelijk voorbeeld van hoe de keuzes die we maken in ons leven verstrekkende gevolgen kunnen hebben. En hoe de keuzes van een ander de eigen keuzes beïnvloeden. Maar ook wordt heel schrijnend duidelijk dat er heel veel momenten zijn waarop deze keuzes hadden kunnen worden aangepast waardoor er mogelijk een hele andere afloop zou zijn geweest.” Met deze woorden begon de officier van justitie gisteren haar requisitoir in de zaak tegen twee minderjarige jongens die op 22 december in Drachten tijdens een schermutseling betrokken zijn bij de dood van de 16-jarige Roan.

Keuzes
Op 22 december 2019 is het begonnen met de keuze van beide verdachten om in het centrum van Drachten mensen te gaan beroven. Later geven ze bij de politie aan eigenlijk niet volledig achter deze keuze te staan maar dat zij dit beiden niet aan de ander durfde te bekennen. Zij besluiten een mes mee te nemen om te gebruiken als intimidatie bij de straatroof. Na de poging beroving op Roan en zijn maat, die weliswaar niets heeft opgeleverd, geeft de, toen nog 15 jarige, inmiddels 16-jarige verdachte bij de politie aan dat hij het vermoeden had dat de jongens misschien wel wraak zouden kunnen gaan nemen. Hij kiest er echter niet voor om deze mogelijk toekomstige confrontatie uit de weg te gaan door Drachten te verlaten en terug naar huis te gaan.

Confrontatie
Dan vindt de confrontatie plaats tussen de verdachten en de beide jongens. Uit niets blijkt dat de verdachten niet konden weglopen of dat dit niet van hen mocht worden verwacht. De aanval was niet zodanig dat er geen enkele uitweg was voor hen. Ze hadden de confrontatie moeten ontlopen. Ze hadden immers al in de gaten dat de jongens achter hen aan kwamen en hadden kunnen proberen om de situatie te ontlopen door weg te rennen. De officier is van oordeel dat er geen noodsituatie was en dus ook geen noodzaak tot verdediging. Het gebruik van het mes door verdachte staat in geen enkele verhouding tot het gebruik van de vuisten door het latere slachtoffer en is dan ook buitenproportioneel.

De officier van justitie vindt ten aanzien van de 16-jarige verdachte de doodslag, poging beroving in vereniging en de voorbereidingshandelingen met betrekking tot de berovingen/straatroven in vereniging door het meenemen van een mes met als doel dit voor afdreiging te gebruiken, wettig en overtuigend te bewijzen.

Medeplichtigheid
Het mes dat door de 14-jarige verdachte is meegenomen ten behoeve van intimidatie bij de straatroof, is gedurende de avond een paar keer over gegaan van de ene naar de andere verdachte. Uiteindelijk is het de 16-jarige verdachte die ermee heeft gestoken als gevolg waarvan Roan is overleden.

De officier: “Als jij een mes meeneemt en het vervolgens ook nog afgeeft om te gebruiken dan ben jij ook medeverantwoordelijk voor wat er vervolgens met het mes wordt gedaan en de gevolgen van het gebruik van het mes.”

De officier van justitie vindt ten aanzien van de 14-jarige verdachte medeplichtigheid aan de doodslag, poging beroving in vereniging en de voorbereidingshandelingen met betrekking tot de berovingen/straatroven in vereniging door het meenemen van een mes met als doel dit voor afdreiging te gebruiken, wettig en overtuigend te bewijzen.

Levensgevaarlijk
Het is tegenwoordig onder de jeugd de normaalste zaak om messen mee te nemen de straat op onder het mom van zelfverdediging. Dit is echter volstrekt niet normaal en ook levensgevaarlijk. Wanneer je het mes dan ook nog afgeeft aan een ander dan is het risico dat daar ongecontroleerd mee om wordt gegaan nog groter dan wanneer het in eigen beheer blijft.

Eis
De officier eist tegen de 14-jarige verdachte 255 dagen jeugddetentie, waarvan 200 dagen voorwaardelijk, proeftijd twee jaar met aftrek voorlopige hechtenis, plus bijzondere voorwaarden waaronder een social mediaverbod zolang de jeugdreclassering dat nodig acht. Daarnaast eist de officier een werkstraf van 100 uur. Ook moet de jongen wat de officier betreft samen met de medeverdachte de vorderingen van de benadeelde partij betalen.

Tussenvonnis
De rechtbank doet op 11 juni uitspraak in de zaak van de 14-jarige verdachte en verwijst tijdens die zitting de voorzetting van de behandeling van de zaak van de 16-jarige verdachte naar 24 juni. Dan volgt ook de eis van de officier van justitie.