NASCAR is terug, vier races in anderhalve week afgetrapt in Darlington

Het heeft even geduurd, maar de geur van brandend rubber is terug en wel in de VS - waar anders? Op de Darlington Raceway - The Lady in Black - keerde de NASCAR Cup Series zondagavond terug na ruim twee maanden COVID-19-afwezigheid. Het wordt een feestje, want woensdagnacht volgt nog een race in Darlington, op zondag en woensdag gevolgd door races op de Charlotte Motor Speedway.

Van een kwalificatie of zelfs een training was geen sprake, de startopstelling werd bepaald aan de hand van onder meer de standen in het kampioenschap, gecombineerd met een loting. Brad Keselowski kreeg zo de pole toegewezen, Alex Bowman stond naast hem op de eerste startrij en Matt DiBenedetto, Kyle Busch en Aric Almirola completeerden de top-5.

Met Keselowski voorop begon de race, een goed half rondje later kon het tempo weer omlaag: Ricky Stenhouse Jr dacht nog in iRacing te zitten en spinde de muur in. Na die onderbreking konden we dan écht beginnen, tot na dertig ronden de geplande competition caution volgde - de caution die bedoeld is om coureurs in het eerste deel van de race even te laten wennen aan de omstandigheden.

Stenhouse in de problemen

In het restant van de eerste stage werkte zevenvoudig kampioen Jimmie Johnson zich naar voren en kort voor het einde via Bowman zelfs naar de leiding, maar in de allerlaatste ronde van de stage ging het fout: bij het inhalen van achterblijver Chris Buescher raakten de twee elkaar, waarna de veteraan - die al honderd races niet gewonnen heeft - de muur in spinde, einde race. William Byron schoof zo weer op en won de stage.

Met een snaarstrakke pitstop nam Kevin Harvick de leiding over, maar na twintig ronden volgde weer een caution: Byron was zo lekker bezig, tot hij met een kapotte band zijn rechterachterkant stevig in de muur drukte. Niet veel later hing Daniel Suarez zijn bolide eveneens met een lekke band de muur in, weer een caution dus in de nog altijd door Harvick aangevoerde race.

Einde race voor Johnson

Kort na de helft van de race was weer een caution nodig en wel dankzij een stuk reclamewerk. Harvick trok dat los door iets te breed een bocht uit te komen, waarna Hamlin het op z'n grill kreeg. Clint Bowyer ging vlak voor hem rijden om dat stuk er zo af te trekken, met succes...maar de vlak daarachter rijdende Tyler Reddick - bezig aan een toprace - kreeg het ding op z'n auto. Martin Truex Jr probeerde hem dan weer te helpen, zonder veel succes, waarna men toch maar voor een caution ging.

De pitstops gooiden de boel weer een beetje door elkaar en na nog een paar ronden racen kwam stage twee tot een einde: Keselowski won, voor Bowman en Truex. Bowman nam bij de pitstops de leiding weer over en hij begon dan ook vanaf de voorste plek, met Keselowski naast hem, aan de laatste honderd ronden van de race. Harvick nam die leiding weer terug tijdens een serie pitstops, Keselowski, Bowman en ook Chase Elliott zaten eveneens goed voorin.

Met veertig ronden te gaan kreeg Ryan Newman met een bandenprobleem te maken. De teruggekeerde veteraan, die tijdens de Daytona 500 in februari vreselijk hard crashte, was bij zijn comeback uitstekend bezig, maar verloor zo toch veel posities. De caution zorgde voor een laatste rondje pitstops, waarbij Harvick de leiding vast wist te houden. Bowman, Kurt Busch, Elliott en Erik Jones sloten aan en streden ook mee om de winst, Kyle Busch moest niet veel later nog een ongeplande stop maken en verloor onder groen veel tijd.

In de slotfase kwam de overwinning van Harvick niet meer in gevaar en de veteraan opende de terugkeer van de autosport met een jubileumzege: nummer 50, nadat hij 687 races geleden in 2001 zijn debuut maakte en zijn vierde race gelijk al won. Bowman, Kurt Busch, Elliott en Hamlin volgden, rookies Reddick en John Hunter Nemechek boekten indrukwekkende resultaten met een zevende en negende plek, de 48-jarige Matt Kenseth - die terugkeerde om de wegens het gebruik van 'nigger' ontslagen Kyle Larson te vervangen - reed naar een uiterst knappe tiende stek.