RIVM ontwikkelt methode om inzicht te krijgen in het risico op kanker door het gebruik van nieuwsoortige tabaksproducten

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft een methode ontwikkeld om het risico op longkanker te kunnen vergelijken tussen twee verschillende tabaksproducten. Toepassing van deze methode op verhitte tabak leert dat mensen die verhitte tabak roken mogelijk minder blootgesteld worden aan kankerverwekkende stoffen in vergelijking met rokers van sigaretten. Dit blijkt uit een onderzoek dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Risk Analysis.

De methode bestaat uit twee stappen. In de eerste stap wordt per kankerverwekkende stof in het tabaksproduct de mate waarin deze kanker kan veroorzaken geschat op basis van proefdiergegevens. De uitkomst wordt vermenigvuldigd met de hoeveelheid van de stof die met een tabaksproduct geïnhaleerd wordt. Door het optellen van al deze uitkomsten per tabaksproduct ontstaat een beeld van het verschil in de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen tussen de twee tabaksproducten. In de tweede stap wordt nagegaan wat dit betekent voor het relatieve risico op kanker (in termen van levensverwachting) van de twee tabaksproducten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van beschikbare gegevens over levensverwachting in relatie tot het roken van een bepaalde hoeveelheid sigaretten.

Verhitte tabak onder de loep
Het RIVM heeft deze methode toegepast op een product waarbij tabak verhit wordt. Dit is volgens de wetgeving een nieuwsoortig tabaksproduct, sinds een paar jaar te koop in Nederland. De methode werd ook toegepast op een gewone tabakssigaret. Met de beperkte beschikbare gegevens heeft het RIVM berekend dat verhitte tabaksproduct tot een 10 à 25 keer lagere blootstelling aan kankerverwekkende stoffen zou leiden dan sigaretten. Dit verschil zou een verkorting van de gemiddelde levensduur van 5 jaar betekenen in vergelijking met een niet-roker.

Het RIVM vindt dat de uitkomst met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moet worden, omdat met een vrij klein aantal stoffen gerekend werd. Bovendien kwamen juist deze stoffen in minder grote hoeveelheden voor in de rook van verhitte tabak dan in sigarettenrook, terwijl er ook stoffen zijn die juist in grotere hoeveelheden voorkomen in verhitte tabak. Het verschil in het risico op longkanker zou dus in werkelijkheid kleiner kunnen zijn dan dat wat nu is berekend.