Grapperhaus: 'Criminaliteit stopt niet bij de grens'

Grensoverschrijdend politieonderzoek en -optreden wordt beter dankzij het nieuwe Benelux-politieverdrag. De ministerraad heeft op voorstel van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en Veiligheid en van Defensie, minister Grapperhaus gemachtigd het wetsvoorstel tot goedkeuring en uitvoering van het verdrag voor advies voor te leggen aan de Raad van State. Dit verdrag is op 23 juli 2018 ondertekend door de verantwoordelijke ministers van de drie landen.

Na advisering door de Raad van State wordt het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Na behandeling en aanvaarding van het wetsvoorstel door de Tweede en Eerste Kamer zal de Nederlandse goedkeuringsprocedure van het verdrag zijn afgrond. Als ook België en Luxemburg het verdrag bij wet hebben goedgekeurd kan het verdrag in werking treden. De tekst van het wetsvoorstel wordt openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Minister Grapperhaus: “Criminaliteit stopt niet bij de grens. Onze politiediensten moeten daarom in staat worden gesteld om beter met elkaar samen te werken en informatie te delen die nodig is om deze criminelen op te pakken. En door nauwere samenwerking met lokaal bestuur over de grens, zorgen we voor een effectievere bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Daar zorgt dit verdrag voor.”

Met het nieuwe Benelux-politieverdrag wordt rechtstreekse toegang mogelijk tot elkaars politiedatabanken onder bepaalde voorwaarden. Ook maakt het verdrag grensoverschrijdende achtervolging een stuk makkelijker en verruimt de opsporingsbevoegdheden van politieambtenaren van de Benelux. Zo zal een rechtmatig ingezette achtervolging in het eigen land kunnen worden voortgezet over de grens, zonder de drempels voor strafbare feiten die de huidige regeling kenmerken.

In geval van een crisissituatie kunnen voortaan speciale politie-eenheden grensoverschrijdend optreden. Dit is ook mogelijk als ondersteuning bij belangrijke evenementen met een groot veiligheidsrisico zoals een NAVO-top.