Gemeente Waalwijk mag maar één woonwagenstandplaats ontruimen

Vandaag heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch uitspraak gedaan in twee kort gedingen over de ontruiming van twee woonwagenstandplaatsen in Waalwijk. Omdat er hennepkwekerijen waren aangetroffen op beide standplaatsen, moesten deze van de gemeente ontruimd worden. Volgens de rechtbank Zeeland-West-Brabant was dat terecht. Het hof volgt die uitspraak voor een van deze standplaatsen.

Hennepkwekerijen
Op 12 september 2018 trof de politie bij twee woonwagens in Waalwijk een hennepkwekerij aan. De burgemeester sloot de wagens voor 3 maanden. Daarop beëindigde de gemeente de huurovereenkomst en gebruiksovereenkomst met de bewoners. Dat zou betekenen dat zij van hun plaatsen zouden moeten vertrekken. De eigenaars van de woonwagens vonden dat veel te ver gaan en stapten naar de rechter. Die stelde de gemeente echter in het gelijk. De eigenaars gingen in hoger beroep tegen deze uitspraak.

Verschillende overeenkomsten
Het hof komt in één van de twee zaken tot een andere uitspraak dan de rechtbank. Dat heeft te maken met het feit dat de eigenaren van de woonwagens niet dezelfde overeenkomst met de gemeente hadden gesloten. Bij de ene woonwagen ging het om een huurovereenkomst van de standplaats. Bij de andere woonwagen was sprake van een gebruiksovereenkomst op grond waarvan de wagen op de standplaats werd gedoogd. Voor de twee verschillende overeenkomsten gelden verschillende regels. Zo geldt bij een gebruiksovereenkomst niet de huurbescherming die wel geldt bij een huurovereenkomst.

De in gebruik gegeven standplaats
Bij een gebruiksovereenkomst ben je verplicht om de in gebruik gegeven standplaats op een goede manier te beheren en te gebruiken. Het hebben van een hennepkwekerij is in strijd met die verplichting. Het hof vindt dat de eigenaar van de woonwagen op deze standplaats een wanprestatie heeft geleverd. Daardoor kon en mocht de gemeente de gebruiksovereenkomst beëindigen. Dat is dus terecht gebeurd, de eigenaar van de woonwagen heeft nu dan ook geen recht meer op de standplaats en hij moet zijn woonwagen van de standplaats verwijderen.

De gehuurde standplaats
Een huurovereenkomst kan en mag de verhuurder in principe niet zelf beëindigen, zoals dat bij een gebruiksovereenkomst wel kan. Alleen de kantonrechter mag een huurovereenkomst ontbinden, behalve als de burgemeester ‘het gehuurde’ heeft gesloten vanwege overtreding van de Opiumwet. Dat laatste was hier volgens de gemeente het geval. Maar het hof vindt dat sluiting van de woonwagen niet gelijk staat aan de sluiting van het gehuurde: de gemeente verhuurde immers de standplaats en niet de woonwagen. Tijdens de sluiting van de woonwagen kon de huurder nog wel gebruik blijven maken van het voorzieningengebouwtje dat op de standplaats stond. Onder meer daaruit leidt het hof af dat de standplaats feitelijk niet was gesloten.

Kantonrechter
Het hof vindt daarom dat de kantonrechter - in een nieuwe rechtszaak - moet beslissen of de gemeente de huurovereenkomst zelf had mogen beëindigen. Zolang de kantonrechter hier geen uitspraak over heeft gedaan, staat niet vast dat de huurovereenkomst terecht is beëindigd. En zo lang dat niet vaststaat, staat ook niet vast dat de eigenaar van de woonwagen geen recht heeft op het gebruik van de standplaats.

In dit hoger beroep heeft de gemeente gevorderd om de standplaats te ontruimen. Dat is een zeer ingrijpende maatregel. Het hof wil niet vooruitlopen op een mogelijk nog te voeren rechtszaak bij de kantonrechter. Daarom heeft het hof de vordering van de gemeente ten aanzien van de gehuurde standplaats afgewezen.