Verdachte ontucht stiefdochter en bezit kinderporno blijft voorlopig in voorlopige hechtenis

De rechtbank oordeelt dat er geen redenen zijn om de voorlopige hechtenis van een 52 jarige man uit Zaandijk te schorsen. De man wordt verdacht van ontucht met zijn stiefdochter en van het in bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderporno.

De man zit sinds zijn aanhouding in voorarrest. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak was gepland op 31 maart 2020 op de locatie Zutphen.

Corona en het doorgaan van de zitting
Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak genomen maatregelen is de rechtbank voor het publiek gesloten. De rechtbank kan de zaak op 31 maart 2020 niet op een openbare, voor het publiek toegankelijke, terechtzitting inhoudelijk behandelen. Dit is voor 31 maart 2020 per email bekend gemaakt aan alle procesdeelnemers.

De rechtbank streefde ernaar een openbare behandeling zoveel mogelijk te borgen door de betrokken procesdeelnemers de kans te geven per email standpunten in te dienen. Aan de hand van deze standpunten zijn de rechters in gezamenlijk overleg tot een beslissing gekomen over de voorlopige hechtenis. Dit alles legt de rechtbank vast in een proces-verbaal dat ze aan alle procesdeelnemers verstrekt en aan het dossier toevoegt.

Verzoek verdediging
De raadsman vroeg via email om verdachte vrij te laten. Volgens de raadsman is geen sprake van een eerlijk proces omdat de zitting niet openbaar is, verdachte en zijn advocaat niet naar de zitting mogen komen om het woord te voeren en geen controle op het rechterlijk functioneren kan plaatsvinden. De huidige gang van zaken is in strijd met het aanwezigheidsrecht en levert een schending van de behoorlijke procesorde op.

De officier van justitie verzette zich tegen het vrijlaten van verdachte.

Zo min mogelijk fysieke- en digitale zittingen
Het bestuur van de rechtbank Gelderland besloot in het belang van de gezondheid van partijen en medewerkers om – in lijn met de landelijk geformuleerde uitgangspunten - zo min mogelijk fysieke en digitale zittingen te laten plaatsvinden. Apparatuur om met beeldbellen (VC) een digitale zitting te kunnen hebben is op dit moment zeer beperkt beschikbaar. Andere manieren om - op een voor de privacy en gezondheid veilige manier -met verdachte, raadsman en officier van justitie te communiceren is op het moment van de zitting (31 maart 2020 14.00 uur) niet mogelijk.

Geen schending artikelen 5 en 6 EVRM
Deze overmachtssituatie leidt volgens de rechtbank niet tot een schending van artikelen 5 en 6 EVRM. De geplande inhoudelijke behandeling van de strafzaak gaat dan wel niet door op 31 maart en loopt vertraging op, maar deze vertraging is geen schending van het EVRM en leidt niet tot invrijheidsstelling van verdachte.

Dat de verdachte op 31 maart 2020 niet zelf het woord kan voeren leidt volgens de rechtbank ook niet tot een schending van verdachtes recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn strafzaak. Verdachte kan op de inhoudelijke zitting in juni niet alleen opmerkingen maken over deze gang van zaken, maar ook over de strafzaak zelf. Ook wordt alle correspondentie over deze zitting aan het dossier toegevoegd. Bovendien kon de advocaat van de man verzoeken indienen en kon hij op alle standpunten schriftelijk reageren.

Voortzetting voorlopige hechtenis
De rechtbank oordeelt dat er geen redenen zijn om verdachte nu al in vrijheid te stellen. Ook een schorsing van het voorarrest is niet aan de orde. Het coronavirus heeft gevolgen voor de detentieomstandigheden en geeft meer zorgen voor dierbaren, maar dat is nog geen reden om verdachte te schorsen uit het voorarrest.

De inhoudelijke behandeling is voorlopig gepland op 3 juni 2020 om 13:30 uur.