RIVM verwacht tijdelijke verbetering luchtkwaliteit door coronacrisis

Door de coronacrisis is er minder verkeer op de wegen en zijn er minder industriële activiteiten in Nederland en andere landen in Europa. Dit zorgt voor minder uitstoot van luchtverontreinigende stoffen. Hierdoor verwacht het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu de komende tijd een tijdelijke verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland.

De afname van verkeer en industriële activiteiten leiden naar verwachting ook tot een tijdelijke daling van de stikstofdepositie en uitstoot van broeikasgassen. De grootte van de effecten voor mens en milieu hangt af van de mate waarin de activiteiten verminderen en hoe lang de crisis duurt. Beide zijn op dit moment erg onzeker. De verwachting van het RIVM sluit aan bij de waarnemingen van de KNMI Koninklijk Meteorologisch Instituut satellieten. De KNMI satellieten meten in een laag van honderden meters hoogte. Het RIVM meet de concentraties op leefniveau. De luchtverontreiniging op leefniveau neemt veel minder af dan de satellietbeelden tonen. Het RIVM schat de tijdelijke verbetering van de luchtkwaliteit op 10 tot 20 %, dat is aanzienlijk minder in de satellietbeelden te zien is.

Concentraties van luchtverontreinigende stoffen
Het RIVM is bij de analyses uitgegaan van een geschatte afname in Nederland en omringende landen van het verkeer met 30-50%, een daling van activiteiten en uitstoot bij de industrie van 5-15% en een afname in het vliegverkeer van 60-90%. Dit kan leiden tot een huidige (daggemiddelde) afname in stikstofdioxide (NO2) concentratie van gemiddeld 3-5 µg m‑3 (ongeveer 18 procent) en een afname van 0,5-1 µg m‑3 (ongeveer 7 procent) in fijnstofconcentratie (PM2.5). Hierbij zijn natuurlijke verschillen door meteorologische omstandigheden die steeds optreden niet meegenomen.

Inademing van verhoogde concentraties fijnstof en stikstofdioxide kan effect hebben op de gezondheid. Of de verlaging van concentraties gezondheidswinst kan opleveren is op dit moment niet aan te geven.

Stikstofdepositie en broeikasgasuitstoot
Naast een verwachte lichte daling van concentraties in de lucht neemt ook de stikstofdepositie op de natuur licht af door de lagere stikstofoxide-uitstoot bij het verkeer en de industrie. Hierbij wordt aangenomen dat de uitstoot van ammoniak vooralsnog niet door de coronacrisis wordt beïnvloed. Voor de stikstofdiscussie is ammoniak belangrijker dan stikstofoxiden. Een tijdelijke lagere uitstoot van stikstofoxiden voor een periode van bijvoorbeeld 10 weken geeft een afname van gemiddeld 10-20 mol/ha per jaar, wat ongeveer 1 procent is van de totale stikstofdepositie.

Naast de lagere uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof verwacht het RIVM ook een daling in de uitstoot van broeikasgassen. Hierbij is vooral de uitstoot van de industrie en verkeer van belang. Bij een tijdelijke verminderde uitstoot voor een periode van bijvoorbeeld 10 weken, is een afname van 3-6 megaton CO2 te verwachten. Dit is ongeveer 2 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Mogelijke structurele effecten op de uitstoot zijn nog niet in beeld. Wanneer betere schattingen beschikbaar komen zal het RIVM de analyses actualiseren.

Metingen
De verwachte dalingen in concentraties op leefniveau zijn nog niet duidelijk te zien in de metingen in de buitenlucht zoals die door het RIVM en andere partijen steeds worden uitgevoerd. Verschillen in concentraties tussen korte perioden voor en na het begin van de Corona-gerelateerde maatregelen kunnen niet zomaar aan die maatregelen worden toegeschreven. Fluctuaties in concentraties door toevallige meteorologische omstandigheden zijn daarvoor te groot. Naar verwachting zijn de gevolgen over een paar weken wel duidelijk(er) te zien in gemeten concentraties. De resultaten van analyses door het RIVM worden regelmatig gerapporteerd.