Broers krijgen 10 jaar cel voor schietpartij in woonwijk Rosmalen

De rechtbank Oost-Brabant heeft dinsdag 2 broers uit ’s-Hertogenbosch (25 en 28 jaar) veroordeeld tot celstraffen van 10 jaar. Zij beschoten een man met wie zij een conflict hadden. Die man krijgt zelf een celstraf van 270 dagen, waarvan 76 dagen voorwaardelijk, omdat hij een verboden vuurwapen en munitie had.

De broers reden in juli 2019 met hun auto naar een woonwijk in Rosmalen waar de 21-jarige man destijds woonde. Toen ze hem zagen, vuurde één van de broers vanuit de auto een schot af in zijn richting. De man vluchtte daarop een brandgang in. De bestuurder zette de auto achteruit tot voor de ingang van de brandgang, waarna de schutter nogmaals een schot afvuurde richting de vluchtende man. Die man zou op zijn beurt als waarschuwing in de lucht hebben geschoten. De broers gingen er vervolgens vandoor. Bij de schietpartij raakte niemand gewond. Geen van de betrokkenen wilde inzicht geven in de aanleiding tot het incident.

Volgens de rechtbank gingen de broers met een vooropgezet plan naar de man toe om hem te doden. Daarom is er sprake van een poging tot moord. De rechtbank vindt de handelingen van de bestuurder en de schutter in gelijke mate verwijtbaar. De bestuurder maakte het schieten van de ander mogelijk. Voor de strafmaat is het daarom niet relevant wie de schoten heeft afgevuurd. De rollen bij de voorbereiding van het delict waren volstrekt inwisselbaar.

Levensgevaar omstanders
Bij het bepalen van de straffen van de broers weegt mee dat zij overdag de confrontatie zochten in een woonwijk en nabij een winkelcentrum. Ze brachten niet alleen de man, maar ook de vele omstanders in levensgevaar. De broers hebben een volkomen gebrek aan respect voor het leven van een medemens. Het is slechts door gelukkig toeval dat niemand gewond is geraakt of, in het ergste geval, is gedood. Het voorval was niet alleen voor de man een traumatische ervaring. Ook de omstanders – onder wie enkele kinderen – waren ongewild getuige van dit gewelddadige incident. De rechtbank vindt al met celstraffen van 10 jaar op z’n plaats.

Verboden wapenbezit
De rechtbank veroordeelt de 21-jarige man voor verboden vuurwapenbezit en munitie. Hij verklaarde een wapen bij zich te dragen uit zelfbescherming vanwege een conflict. Dit wapen gebruikte de man ook daadwerkelijk toen hij door de broers werd beschoten; naar eigen zeggen loste hij een waarschuwingsschot in de lucht. De onvoorwaardelijke celstraf heeft de man inmiddels als voorlopige hechtenis uitgezeten. Sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis, woont de man elders in het land, ver weg van het gebeuren. De rechtbank koppelt aan de voorwaardelijke celstraf een aantal bijzondere voorwaarden. Zo krijgt de man onder meer een meldplicht bij de reclassering, moet hij zich laten behandelen door een forensische polikliniek en moet hij deelnemen aan een gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden.