Vreselijke crash sluit Daytona 500 vol megacrashes af, coureur in slechte toestand

Op de Daytona International Speedway is het nieuwe seizoen in de NASCAR Cup Series dan eindelijk begonnen. De Daytona 500 opende het bal zoals gebruikelijk, maar een race waarin het vooral in de slotfase meerdere keren flink raak was eindigde behoorlijk in mineur: één van de coureurs ligt in slechte toestand in het ziekenhuis, hoewel artsen wel hebben gezegd dat zijn verwondingen niet levensbedreigend zijn. Het verslag van de race schreven we tijdens het kijken al, dus laten we gewoon bij het begin beginnen.

Het hele programma liep zondag niet geheel verrassend de nodige vertraging op, want niemand minder dan president Donald Trump maakte zijn opwachting. Meneer roeptoeterde het bekende 'Start your engines' door de microfoon en zijn presidentiële colonne, met daarin natuurlijk The Beast, reed even een rondje voor het veld uit - dat ging niet zo snel. Vreemd genoeg was deze vertraging, die iedereen aan zag komen, niet ingepland, maar na enige tijd konden we dan toch gewoon beginnen.

Op het moment dat de startvlag gezwaaid kon worden werd echter de gele vlag en even later het rood gezwaaid: regen. Dat zorgde voor nog eens bijna een uur vertraging, maar daarna konden we écht beginnen met Ricky Stenhouse Jr op poleposition, voor Alex Bowman, Joey Logano en William Byron. Het feest duurde twintig rondjes, daarna volgde er een caution: regen, hoewel het nog vrij licht was en men aanvankelijk in elk geval nog op de baan bleef. Dat duurde niet lang: het begon harder te regenen en na lange tijd wachten werd de herstart helaas uitgesteld naar de maandag.

De gaafste pooierbak op aarde reed ook even een rondje

Na een dag onderbreking konden we dan toch écht beginnen en wel met een stralend zonnetje erbij. Met Stenhouse Jr nog altijd op kop en Logano naast hem reed men de baan weer op, hoewel pitstops voor het groen ervoor zorgden dat Brad Keselowski aan kop begon. Gedurende de eerste stage ontstond een soort kopgroep, maar dat werd kort voor het einde van de stage tenietgedaan: Stenhouse deed wat Stenhouse standaard doet en gaf William Byron een lompe tik van achteren. Byron vloog met hoge snelheid over het gras, maar remde voor hij de muur raakte gelukkig flink af, hoewel zijn race wel klaar was.

Met twee ronden te gaan werd de stage hervat, met Chase Elliott voorop. Hij won dan ook de eerste stage van het jaar, voor Alex Bowman en Almirola. Met Denny Hamlin en de uiterst talentvolle Cole Custer op kop na de pitstops kon stage twee beginnen, tot rookie en achterblijver Quin Houff een tikje kreeg van Almirola, waarbij BJ McLeod hem niet kon ontwijken: voor Houff en McLeod was het klaar. Na de herstart was het nog altijd Hamlin die de touwtjes in handen had en dat bleef zo tot en met het einde van de tweede stage, die hij vóór de ineens sterk naar voren komende Kyle Busch won.

Tijdens de pitstops ging het fout voor Elliott: een monteur liet de tank met brandstof uit zijn handen vallen, waar Martin Truex Jr tegenaan reed. De schade bij Truex leek mee te vallen, maar Elliott moest helemaal naar de achterkant van het veld. Met nog ruim zestig ronden te gaan werd het veld weer op gang gevlagd, met Hamlin, Ryan Blaney, Logano en Kyle Busch voorop, terwijl ook rookie Christopher Bell knap naar voren kwam zetten. Ook Brad Keselowski meldde zich voorin, net als Almirola en rookie Tyler Reddick, terwijl ook Jimmie Johnson nog prima voorin te vinden was. Kortom: het lag nog compleet open met veertig ronden te gaan.

Truex in aanraking met een brandstoftank

Blaney raakte ineens wat snelheid kwijt en Stenhouse wilde daar omheen, wat hij niet handig deed: hij reed over de dubbele gele lijn aan de binnenkant van de baan en in Daytona levert dat een drivethroughpenalty op. Grofweg dertig ronden voor het einde volgden de in principe laatste pitstops, waarbij ongeveer de helft van het veld koos voor twee nieuwe banden en de andere helft voor vier stuks. De eerstgenoemde groep was uiteraard sneller klaar met de stop, maar het duurde daarna niet heel lang voor de mannen op vier nieuwe banden het gat wisten te dichten.

Minder dan twintig ronden voor het einde had Kyle Busch een probleem: de kampioen, die de Daytona 500 nog nooit won, kampte na een klein tikje met aanlopend bodywork en moest de pitstraat bezoeken. Dat was echter wel het minste probleem op de baan, want op het moment dat Busch binnen reed ging het helemaal fout: alles en iedereen reed op een hoop, van Johnson tot Truex en van Keselowski tot Kurt Busch. Logano bleek Almirola een duwtje te geven, waardoor Almirola tegen de vlak achter leider Bell rijdende Keselowski aan reed. Die ging in de rondte en daarmee ontspon zich een joekel van een kettingreactie, waar amper een handvol auto's - inclusief de verrassende leider Bell - zonder schade uit wist te komen.

The Big One

Niet geheel verrassend zorgde één en ander voor een rodevlagsituatie, want er moest nogal wat troep opgeruimd worden. Na een lange onderbreking en een paar pitstops vertrok Bell als eerste voor de in principe laatste tien ronden, met 'opa' Ryan Newman en Joey Logano die hem voorbij snelden. Het duurde allemaal niet lang, want met nog acht ronden te gaan reden Timmy Hill en Reed Sorensen de muur in, vermoedelijk na een kapotte band van Sorensen. Extra pijnlijk voor Hill: zijn team sloot een lening af om de Daytona 500 te kunnen rijden en omdat hij zich plaatste kon die lening afbetaald worden en het team nog even blijven bestaan.

Met dit keer Logano en wederom Newman voorop werd het groen weer gezwaaid voor nog vier ronden, maar NASCAR zou NASCAR niet zijn als het niet wéér fout ging. Newman en Hamlin sloegen een gaatje, maar de zeer verrassende Ryan Preece kon dat dichten met de al net zo verrassende Ross Chastain in zijn kielzog. Op het moment dat Hamlin een aanval plaatste voor de leiding kon Preece profiteren en de leiding overnemen...tot Chastain hem raakte en beiden hard de muur in gingen, wat wéér een uitgebreide kettingreactie en een hele berg schade bij de nodige auto's veroorzaakte. Geel dus weer - kort daarop zelfs weer even rood - en daarmee was duidelijk dat de race beslist zou worden in overtime.

The Big One #2

De groene vlag werd nog maar eens gezwaaid, dit keer om de overtime te beginnen. Hamlin en superspeedwayspecialist Chris Buescher reden bij de herstart voorop, voor Newman en de tot dan onzichtbare en ineens voorin rijdende veteraan Kevin Harvick. Dat was allemaal leuk en aardig, maar nog voordat het gaspedaal fatsoenlijk in was getrapt kon de gele vlag alweer van stal worden gehaald: op grofweg de derde rij werd Clint Bowyer aangetikt door Michael McDowell, wat erin resulteerde dat beide heren het gras kwamen maaien. Justin Haley kreeg daarbij ook nog een tikje en viel flink terug, hoewel zijn schade mee leek te vallen - ook Bowyer en McDowell konden na een korte pitstop wel weer door.

Zo volgde nog weer een poging, met Hamlin en Newman voor Buescher, Blaney, Harvick en de verrassende Corey Lajoie, Joe Hunter Nemechek, David Ragan en Brendan Poole erachter. Dat ging aanvankelijk goed, hoewel Elliott in het achterveld de muur in spinde. Dat was echter na het passeren van start/finish voor de laatste ronde, waardoor de race door kon gaan. Geduwd door Blaney reed good old Newman naar de leiding en hij leek het na een flinke block zowaar te gaan winnen..tot hij loeihard crashte. Newman kreeg een klein tikje, knalde hard de muur in en werd nog eens volle bak geschept door Lajoie, die hem uiteraard niet had kunnen ontwijken, waardoor Newman metershoog door de lucht vloog en al brandend op zijn dak terecht kwam.

Wie als eerste de finish passeerde was even bijzaak, want alle ogen waren gericht op de angstaanjagende crash van Newman en met name de gesteldheid van de coureur. Terwijl de medische mensen en andere teams met Newman bezig waren werd in elk geval duidelijk dat Hamlin gewonnen had, waarmee hij als vierde coureur in de geschiedenis voor de tweede keer op rij de Daytona 500 pakte. Blaney eindigde als tweede, maar maakte zich vooral zorgen om Newman: "Nadat hij me blokte wilde ik hem dan maar naar de winst duwen, zodat in elk geval een Ford zou winnen, maar ik denk dat onze bumpers in elkaar haakten", aldus een duidelijk aangeslagen Blaney.

De finish