Wederom één kunstgrasveld minder als PEC Zwolle zich handhaaft in de Eredivisie

PEC Zwolle gaat komende zomer het kunstgras verruilen voor natuurgras, op voorwaarde dat de club zich handhaaft in de Eredivisie. De overstap van de Zwolse club naar een echte grasmat past in een trend in het Nederlands voetbal. RKC Waalwijk maakte die overstap afgelopen zomer, ADO Den Haag kondigde aan om vanaf komend seizoen weer op echt gras te gaan spelen en ook VVV-Venlo denkt daarover na.

Omdat de nieuwe grasmat veel minder kan worden bespeeld dan het kunstgras, is PEC bezig met extra velden in de omgeving. Voorzitter Adriaan Visser heeft het volste vertrouwen dat de club beide obstakels neemt.

"Al zit de duivel in de details", benadrukt de sportbestuurder vrijdag in gesprek met de Stentor. "Met al mijn ervaring bij dit soort politieke processen weet ik inmiddels: the devil is in the details. Het wordt een hele operatie van passen en meten."

In het MAC3PARK-stadion een nieuwe grasmat gelegd die voor honderd procent uit natuurgras bestaat. De nieuwe mat kan slechts 150 uur per jaar worden gebruikt, terwijl op het kunstgras 2000 uur aan wedstrijden en trainingen werden afgewerkt.

PEC en de gemeente Zwolle zijn daarom bezig met een plan om twee velden naast het stadion aan te leggen, zodat daar getraind kan worden.

PEC wil in 2022 naast het stadion een trainingscomplex bouwen. De velden die daarbij horen worden vervroegd aangelegd; het gaat om twee bestaande velden op het complex van Be Quick '28. Die worden vervangen door een (hybride) natuurveld en een kunstgrasveld. Die twee velden worden straks exclusief door PEC gebruikt.

In de Eredivisie spelen Sparta Rotterdam, FC Emmen en Heracles Almelo nog op kunstgras. In de Keuken Kampioen Divisie maakten Almere City FC en FC Dordrecht onlangs de overstap naar natuurgras.

Het afscheidnemen van kunstgrasvelden is een van de punten op de Veranderagenda van de KNVB, die in 2018 werd opgesteld om de Nederlandse voetbalcrisis op te lossen. Er bestaat een financiële regeling voor clubs die de overstap maken.

Hierdoor kunnen clubs jaarlijks tot 350.000 euro uit Europese inkomsten van Nederlandse clubs toucheren voor goed veldonderhoud. PEC kan zodoende de eerste, vaste kosten van een overstap grotendeels dekken, al moet men jaarlijks wel een paar ton reserveren voor onderhoud.