Kwart jongeren vindt martelen onder bepaalde omstandigheden acceptabel

Nederlandse jongeren hebben schrikbarend weinig kennis over het humanitair oorlogsrecht. Een op de vier millennials weet niet dat er regels bestaan over oorlogsvoering. Van de jongeren die zeggen wel bekend te zijn met de regels, wist maar de helft dat deze grenzen stellen aan oorlogsvoering. Tegelijkertijd denkt een kwart van hen dat zij in de toekomst zelf direct te maken krijgen met oorlog. Dit blijkt uit onderzoek van het Rode Kruis onder jongeren tussen de 20 en 35 in Nederland. “Het is schokkend dat jongeren zo weinig kennis hebben over het humanitair oorlogsrecht,” aldus Mirjam de Bruin, juridisch adviseur humanitair oorlogsrecht van het Nederlandse Rode Kruis.

Het Rode Kruis is grondlegger van het humanitair oorlogsrecht, dat is vastgelegd in de Verdragen van Genève. In de vier verdragen staat beschreven welke regels gelden tijdens een gewapend conflict. Zo bieden zij bescherming aan burgers, hulpverleners en krijgsgevangenen. De Bruin: “Als Rode Kruis vinden we het belangrijk dat Nederlanders weten wat de regels zijn. Nederlandse militairen passen het oorlogsrecht toe. Hulpverleners en journalisten in conflictgebied kunnen er ook mee te maken krijgen. Bovendien is het beter om respect voor de regels al te bevorderen in vredestijd. Dan is de kans groter dat zij ook in oorlogstijd worden nageleefd.”

Martelen acceptabel
In de Verdragen van Genève is onder andere opgenomen dat martelen onder geen beding is toegestaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om het martelen van gevangen genomen soldaten of strijders van de tegenpartij. Toch vindt een kwart van de Nederlandse jongeren dit onder bepaalde omstandigheden wél aanvaardbaar. Het Internationale Rode Kruis heeft deze vraag ook gesteld aan millennials in andere landen die al dan niet in oorlog leven. Onder hen ligt het percentage nog hoger: 41% vindt het in bepaalde situaties acceptabel.

Toekomst
Oorlogsvoering verandert continu. Ook nieuwe wapens moeten voldoen aan het humanitair oorlogsrecht. Een mogelijke toekomstige ontwikkeling zou het gebruik van autonome wapens kunnen zijn. Dit zijn wapens, bijvoorbeeld drones, die zelf doelen selecteren en aanvallen. Hier zou dan wellicht geen menselijke handeling aan te pas komen. Dit roept de vraag op of het aantal burgerdoden daardoor toeneemt, afneemt of gelijk blijft. De ondervraagde jongeren denken dat het aantal burgerdoden eerder zal toenemen (44%) dan afnemen (21%). Een op de vijf Nederlandse jongeren vindt dat dit soort wapens gebruikt mogen worden.

Jongeren is ook gevraagd naar de toekomst van hulpverlening in conflictsituaties. Zij vinden dat die er anders uit moet gaan zien. Driekwart van hen vindt dat psychosociale hulp aan slachtoffers van een conflict even belangrijk is als water, voedsel en onderdak. Het Rode Kruis pleit er al langer voor dat dit een vast onderdeel wordt van de hulpverlening. Mensen die in conflictgebieden wonen hebben namelijk drie keer zoveel kans op psychische klachten. Door op tijd ondersteuning te bieden, kunnen ernstige psychische problemen op de langere termijn worden voorkomen.