Gevangenisstraf geëist voor gezinsleden voor onder meer uitkeringsfraude

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag in de rechtbank in Rotterdam gevangenisstraffen tot 24 maanden geëist tegen drie verdachten. Het OM verwijt een vader en zoon dat zij jarenlang valsheid in geschrifte hebben gepleegd. Ze zouden valse kwitanties en salarisstroken in hun bedrijfsadministratie hebben opgenomen. Daarnaast wordt de moeder, net als de vader, verdacht van uitkeringsfraude. Zij hebben volgens het OM uitkeringen ontvangen terwijl ze daar geen recht op hadden.

Valse kwitanties
Het onderzoek door de opsporingsdienst van de Inspectie SZW startte naar aanleiding van twee klachten bij het meldpunt arbeidsmarktfraude van de inspectie. De twee mannen gaven feitelijk leiding aan twee uitzendbureaus voor personeel werkzaam in de tuinbouw in het Westland. De moeder en zoon waren op papier de eigenaren en bestuurders van de BVs. Volgens de officier van justitie lieten de verdachten mensen uit Oost-Europa voor zich werken. De werknemers zouden hun salaris niet volledig uitbetaald hebben gekregen. De twee verdachten probeerden dit te verhullen door werknemers blanco kwitanties te laten tekenen. Die kwitanties werden later ingevuld, maar de daarop vermelde bedragen werden niet aan de werknemers uitbetaald. In werkelijkheid ontvingen de werknemers slechts een deel van hun loon, aldus het OM. Het verschil tussen het op de loonstroken vermelde salaris en het daadwerkelijk betaalde salaris zouden de verdachten in hun zak hebben gestoken. De medewerkers, veelal mensen uit Polen, waren de Nederlandse taal niet machtig en zij kenden de Nederlandse regels over loonbetalingen, zoals vakantiegeld, niet. Het OM stelt dat de mannen zich verrijkt hebben ten koste van hun werknemers.

Uitkeringsfraude
Het OM stelt daarnaast dat de hoofdverdachte en zijn vrouw uitkeringsfraude pleegden. “Zij hebben daardoor misbruik gemaakt van het sociale stelsel,” zei de officier op zitting. Op aanvraagformulieren voor twee uitkeringen zou de hoofdverdachte hebben vermeld dat hij alleenstaand was en ook geen werk en/of inkomsten uit arbeid had. Ook zijn vrouw zou in de aanvraag hebben verklaard, dat ze alleenstaand was, terwijl zij samenwoonde.

Strafeis
Gelet op de ernst van de feiten, de lange periode waarin de strafbare feiten hebben plaatsgevonden, het aantal kwitanties en het geschatte nadeelbedrag voor de werknemers is de officier van justitie van mening dat een gevangenisstraf de enige passende straf is voor de hoofdverdachte, de vader. Het OM eist tegen hem een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De zoon hoorde, gelet op zijn rol, een taakstraf van 240 uur en vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf tegen zich eisen. Tegen de moeder eiste het OM een taakstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken. Ook heeft het OM een ontnemingsvordering aangekondigd om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen.

De rechter doet in januari 2020 uitspraak.