OM gelooft niet in ongeluk en eist 8 jaar cel voor doodslag

Was het een ongeluk, of toch opzet? Op 13 maart 2018 werd de 52-jarige Lian Boel dood gevonden in Rijswijk, in het huis van zijn voormalige schoonzoon. Volgens het Openbaar Ministerie zijn er genoeg aanwijzingen om aan te nemen dat die hem om het leven heeft gebracht.

Wanneer Boel die middag niet komt opdagen bij een afspraak, wordt de politie gealarmeerd. Die vindt hem bij zijn voormalige schoonzoon in huis, dood naast het bed. In het bed, onder een deken, ligt de voormalige schoonzoon. Pas als ze hem aan zijn schouders schudden, wordt hij wakker. Hij blijkt slaapmedicatie te hebben ingenomen.

De 47-jarige man vertelt dat hij ruzie had gekregen met zijn ex-schoonvader, daarbij was geduwd en getrokken en was Boel over de rand van het bed gevallen. Daarna bleef die stil liggen. Niet wetend wat hij toen zelf moest doen, heeft de verdachte slaappillen ingenomen en is in het bed gaan liggen.

Het Openbaar Ministerie gelooft niets van de verklaring van de verdachte. Om te beginnen heeft hij wisselende verklaringen afgelegd over hoe meneer Boel nu precies zou zijn gevallen. Daarnaast heeft hij ook geen aannemelijke verklaring waarom hij geen hulp heeft gezocht, als het inderdaad een ongeluk is geweest. 'In plaats daarvan liet hij meneer Boel aan zijn lot over,' zei de officier van justitie maandag op zitting.

Onderzoek aan het lichaam van het slachtoffer wijst uit dat er letsel is dat past bij verwurging of stomp botsend geweld op de hals. De patholoog stelt dat dit letsel niet kan zijn ontstaan door een val. Het meest aannemelijk is dat verdachte de heer Boel heeft gewurgd. Op de ketting van het slachtoffer is namelijk ook een moeilijk overdraagbare vezel van het vest van verdachte gevonden; kennelijk is daartussen intensief contact geweest.

'Het is nogal iets,' hield de officier van justitie de rechtbank voor, 'om iemand van dichtbij vast te pakken, contact te maken en vervolgens de keel dicht te knijpen. Net zolang tot het leven uit het lichaam is verdwenen. Dit vraagt om een sterkere vastberadenheid dan nodig is voor bijvoorbeeld de seconden waarin iemand de trekker van een pistool overhaalt.'

Ze rekent het verdachte zwaar aan dat hij het slachtoffer levenloos heeft laten liggen. 'Terwijl verdachte wel weet hoe hij eerste hulp moet toepassen,' zei de officier van justitie. 'Hij heeft op geen enkele manier een poging gedaan om hulpdiensten in te schakelen. Het had het slachtoffer waarschijnlijk niet meer geholpen, maar verdachte heeft hem zelfs die laatste kans op leven ontnomen. Dat getuigt van onverschilligheid voor het leven van een ander.'

Het Openbaar Ministerie eist een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.