Hoger opgeleiden hebben meeste commentaar op gemeenteberichten op Facebook
Hoogopgeleiden zijn het meest geneigd om te reageren op berichtgeving van gemeenten op social media. Dat is een van de conclusies uit een onderzoek naar het bereik van berichtgeving van gemeenten op social media van het Zijlstra Center van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Het Zijlstra Center analyseerde ruim 4.000 reacties van burgers uit 20 gemeenten. Nederlandse gemeenten zetten fors in op het gebruik van sociale media om in contact te staan met de maatschappij. Ze gebruiken het om te informeren over hun beleid en als plek voor interactie met burgers en bedrijven. Maar bereiken gemeenten hierdoor ook hun doel? Onderzoek laat zien dat burgers de interactie via de sociale media weliswaar veelvuldig opzoeken, maar ook dat dit slechts om een beperkt deel van de bevolking gaat. Zo zijn bijna drie op de vijf reacties van burgers afkomstig van vrouwen, komt meer dan de helft van de reacties van burgers tussen de 25 en 45 jaar oud, terwijl nog geen kwart van de bevolking in Nederland in die categorie valt, en zijn hoger opgeleiden dus sterk oververtegenwoordigd in de reacties.
Beroepsgroepen
Het onderzoek laat ook zien dat er aanzienlijke verschillen tussen beroepsgroepen te zijn. Personen die een bedrijfseconomisch of administratief beroep uitoefenen en personen die werkzaam zijn binnen het openbaar bestuur reageren relatief vaak op sociale media berichten van gemeenten. Ondervertegenwoordigd zijn met name personen met een commercieel technisch beroep, en personen die werkzaam zijn binnen de sector zorg en welzijn.
Patronen
Opvallend aan de berichtgeving van gemeenten op social media is dat er over een groot aantal beleidsterreinen wordt bericht. Hierin zijn enkele duidelijke patronen te ontdekken. Zo is er relatief veel aandacht voor burgerparticipatie, cultuur en sport, terwijl openbaar vervoer en financiën beduidend minder in de belangstelling staan. Vanuit financieel oogpunt bekeken zien we dat er veel aandacht is voor terreinen die verhoudingsgewijs weinig financieel belang hebben in gemeenten hebben, zoals sport, cultuur en recreatie. Andersom geldt dat slechts 4% van de berichtgeving op sociale media betrekking heeft op het sociaal domein, een terrein dat gemiddeld 38% van de totale gemeentelijke uitgaven voor zijn rekening neemt.
Facebook
Tot slot hebben de onderzoekers ook gekeken naar het gebruik van socialemediaplatforms. Op welk platform is welke burger vooral actief? Facebook is veruit het meest in trek als platform onder reagerende burgers. Ook LinkedIn heeft een redelijke ‘dekkingsgraad’, terwijl Instagram en Twitter op grotere afstand volgen. Slechts een op de zeven burgers is op al deze platforms actief. Ongeveer een op de drie burgers gebruikt slechts één platform, en zou dus alleen bereikt kunnen worden via dat specifieke platform. Personen die werkzaam zijn binnen het openbaar bestuur maken relatief vaak gebruik van Twitter, personen met een bedrijfseconomisch en administratief beroep relatief vaak van LinkedIn. Personen met een creatief of taalkundig beroep zijn juist weer vaker actief op Instagram.
Het Zijlstra Center hoopt met het onderzoek het belang te illustreren om als gemeente niet slechts één platform te gebruiken, maar juist in te zetten op meerdere platforms om een zo groot mogelijke groep te bereiken. Het onderzoek is mogelijk gemaakt door een subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.