Visser rondt bezoek aan VS af met kranslegging op Arlington

Staatssecretaris Barbara Visser van Defensie is bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het F-35-programma. Ze trapte haar bezoek aan de VS af met een bezoek aan vliegtuigbouwer Lockheed Martin in het Texaanse Fort Worth. De 3-daagse reis werd voortgezet in Washington D.C. met bezoeken aan onder andere het Pentagon, het Joint Program Office (JPO) en de Amerikaanse militaire begraafplaats Arlington.

Visser werd in Texas ook geïnformeerd over het verloop van het opleidingstraject van F-35-vliegers op Luke Air Force Base (Arizona). In Washington D.C sprak ze onder anderen met Under Secretary of Defense Ellen Lord, de hoogste baas van het JPO generaal Eric Fick en in de VS gestationeerde Nederlandse militairen. Ook bezocht Visser het herdenkingsmonumentvoor de 125 medewerkers die omkwamen op 9/11 toen Americans Airlines-vlucht 77 zich in het Pentagon boorde.

Op de Nederlandse ambassade in de Amerikaanse hoofdstad sprak ze met vertegenwoordigers uit het Amerikaanse en Nederlandse bedrijfsleven. Dat gebeurde tijdens de ‘Defense Industry Day’. Visser benadrukte er de sterke band tussen beide landen: “Net als onze krijgsmachten, werken onze bedrijven zij aan zij. Weinig mensen weten dat Nederland een van de grootste leveranciers van defensiematerieel aan de Verenigde Staten is”, zei de staatssecretaris, doelend op onder meer delen voor militaire voertuigen, command & controlsystemen en radar. Andersom investeren we tussen 2018 en 2022 alleen al bijna 6 miljard dollar in de Amerikaanse defensie-industrie.” Denk bijvoorbeeld aan investeringen in bemande en onbemande vliegtuigen en in helikopters.

Krans bij graf onbekende soldaat
Voor haar vertrek naar Nederland legde Visser een krans op de Amerikaanse militaire begraafplaats Arlington. Ze maakte ook de indrukwekkende wisseling van de wacht mee bij ‘The Tomb of the Unknown Soldier’. Hier rust een onbekende soldaat die omkwam tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zijn lichaam werd in september 1921 samen met dat van 3 andere onbekende Amerikaanse soldaten opgegraven in Frankrijk. Een gewonde veteraan uit diezelfde oorlog, sergeant Edward F. Youngster, werd uitverkoren om uit de 4 identieke kisten, bijeen gebracht op het stadhuis van Chalons-sur-Marne, de onbekende soldaat aan te wijzen. Die werd uiteindelijk 3 jaar na afloop van de oorlog, op 11 november 1921, bijgezet in de tombe. Dat gebeurde destijds onder het toeziend oog van president Harding en duizenden toeschouwers. De tombe wordt sinds 1937 dag en nacht bewaakt.