Nieuwe Amsterdamse woonwijk Sluisbuurt kan er komen

De nieuwe woonwijk Sluisbuurt, onderdeel van het Zeeburgereiland van Amsterdam, kan er komen. Dat is de uitkomst van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (6 november 2019) over het bestemmingsplan voor deze nieuwe wijk. Sluisbuurt zal bestaan uit maximaal 5.640 woningen. Verder is er ruimte voor onder meer een hogeschool.

Tegen het bestemmingsplan kwamen de vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, stichting Monumenten Amsterdam Noord en omwonenden bij de Afdeling bestuursrechtspraak in beroep.

De bezwaarmakers hebben veel verschillende argumenten aangevoerd tegen het bestemmingsplan. Zij vinden onder meer dat de geplande hoogbouw in het gebied in strijd is met het gemeentelijk hoogbouwbeleid. Die hoogbouw tast het uitzicht vanuit de binnenstad van Amsterdam aan, net als de door UNESCO als werelderfgoed aangewezen 17de-eeuwse grachtengordel en het uitzicht vanuit Amsterdam-Noord, de noordoever van het IJ, Schellingwoude en Waterland. Verder voeren zij onder andere aan dat de ontsluiting van het gebied niet goed is geregeld, waardoor verkeersoverlast zal ontstaan, onder meer voor het fietsverkeer.

In de uitspraak van vandaag oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat deze en de andere opgeworpen bezwaren er niet toe leiden dat het bestemmingsplan moet worden vernietigd. Het bestemmingsplan wijkt gedeeltelijk af van het gemeentelijk hoogbouwbeleid, maar de gemeenteraad heeft deze afwijking in dit specifieke geval voldoende daadkrachtig gemotiveerd.

Daarbij heeft de gemeenteraad ook voldoende aandacht geschonken aan de invloed van de hoogbouw op de door de UNESCO toegekende beschermde status van de 17de-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, de UNESCO-bufferzone rond die grachtengordel, op de beschermde dorpsgezichten van Amsterdam Noord en het uitzicht vanuit Waterland. Uit de verkeersonderzoeken heeft de gemeente de conclusie kunnen trekken dat de verkeerssituatie na aanpassing op onderdelen van de lokale infrastructuur aanvaardbaar zal blijven.