OM moet geitenhouder vervolgen na Q-koortsbesmettingen

Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft bepaald dat het Openbaar Ministerie een geitenhouder uit Limburg moet vervolgen. De man zou hebben verzwegen dat zijn dieren mogelijk waren besmet met het Q-koortsvirus. Toen de zorgboerderij besmet werd verklaard, was een aantal medewerkers en bezoekers van de zorgboerderij al ziek geworden. Een 20-jarige jongen is door de ziekte overleden.

Zorgboerderij
De man was eigenaar van een zorgboerderij voor mensen met een verstandelijke beperking. Een schoolklas waarin het latere slachtoffer zat, bezocht op 19 maart 2009 het bedrijf. In die periode waren verschillende bedrijven in Brabant en Gelderland al besmet met Q-koorts. De dag voor het bezoek van de schoolklas had de geitenhouder een dierenarts monsters laten nemen omdat hij besmetting niet kon uitsluiten. Tegen medewerkers en bezoekers zei hij hier toen niets over. Op 25 maart 2009 bleek dat het virus ook heerste op de zorgboerderij. Na het schoolbezoek werd de jongen ziek en hij overleed uiteindelijk in oktober 2013 aan de gevolgen van Q-koorts.

Artikel 12-procedure
Eerder besloot de officier van justitie de eigenaar van de zorgboerderij niet te vervolgen, omdat hij op de dag van het schoolbezoek de risico’s van een eventuele besmetting nog niet hoefde te kennen. De moeder van het slachtoffer is toen een zogenoemde artikel 12-procedure gestart. Een artikel 12-procedure biedt rechtstreeks belanghebbenden de mogelijkheid om te klagen als het Openbaar Ministerie heeft besloten om een strafbaar feit niet (verder) te vervolgen. De beslissing om al dan niet alsnog te vervolgen wordt dan ter beoordeling aan het gerechtshof voorgelegd. Als het hof de klacht toewijst, krijgt de officier van justitie de opdracht om de strafzaak het strafbare feit te vervolgen. De zaak moet dan aan de rechtbank worden voorgelegd.

Beslissing van het hof
Het hof vindt dat het Openbaar Ministerie de man moet vervolgen voor dood door schuld. Volgens het hof zijn er voldoende aanwijzingen waaruit blijkt dat de geitenhouder anders had moeten handelen, zodat besmetting en het overlijden van het slachtoffer voorkomen hadden kunnen worden. Zo heeft de man na het bezoek van de dierenarts de klas toch in de stal toegelaten, terwijl hij wist dat er een reële kans bestond dat zijn bedrijf besmet was met het virus. Daarnaast weegt het hof mee dat op het bedrijf kwetsbare mensen werkzaam waren, van wie 92% besmet is geraakt met Q-koorts.