Tot 13 jaar cel voor gewelddadige woningoverval Gees

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag in hoger beroep uitspraak gedaan in de zaken van vier verdachten, die worden verdacht van strafbare betrokkenheid bij de gewelddadige woningoverval in Gees op 30 juni 2016.

Veel geweld
Tijdens de overval is zeer heftig geweld toegepast op de 69-jarige bewoner die vervolgens gekneveld werd achtergelaten en als gevolg van het geweld is komen te overlijden. De vrouwelijke bewoonster is door één van de verdachten gedwongen om door de woning mee te lopen om buit aan te wijzen. Zij is uiteindelijk vastgebonden achtergelaten in de badkamer.

Rechters niet misleid door OM
Anders dan de rechtbank Noord-Nederland heeft gedaan, oordeelt het gerechtshof in hoger beroep dat van misleiding van de rechters door het openbaar ministerie niet is gebleken. In alle zaken is het openbaar ministerie dan ook ontvankelijk verklaard in de vervolging. Het gerechtshof stelt wel een niet te herstellen vormverzuim vast – er is namelijk verzuimd om van een verhoor van een getuige een geluidsopname te maken – maar verbindt hieraan geen consequenties.

Gevangenisstraffen voor drie verdachten
De eerste verdachte, Abdelhak B., is door het gerechtshof veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaren en TBS met dwangverpleging. Bij de rechtbank was hij enkel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaren. De tweede verdachte, Anouar K., is door het gerechtshof veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaren. Bij de rechtbank was hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaren.

De derde verdachte, Yero V., is door het gerechtshof ook veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaren. Bij de rechtbank was hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren. Het grote verschil in strafmaat komt omdat de rechtbank deze verdachte voor een minder zwaar feit heeft veroordeeld. Maar het gerechtshof acht in deze zaak anders dan de rechtbank wel bewezen dat de verdachte aanwezig was bij het op het slachtoffer uitgeoefende geweld en daaraan ook heeft deelgenomen. Hij wordt daarom voor hetzelfde feit veroordeeld als de eerste twee verdachten.

Eén zaak teruggewezen naar de rechtbank
De zaak van de vierde verdachte, Fidan J., wordt teruggewezen naar de rechtbank Noord-Nederland. In die zaak was het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Aan de beantwoording van de vraag of er wel of geen bewijs was voor betrokkenheid van verdachte bij het strafbare feit, is de rechtbank toen niet toegekomen. De rechtbank gaat die zaak nu opnieuw behandelen. De rechters moeten daarbij rekening houden met de beslissing van het gerechtshof dat het openbaar ministerie wél ontvankelijk is in de vervolging van deze verdachte.