5.700 werkenden betrokken bij faillissementen

In het tweede kwartaal van 2019 zijn 946 bedrijven, instellingen en eenmanszaken failliet verklaard. Bij die gefailleerde bedrijven waren op het moment van faillissement bijna 5.700 personen werkzaam. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Voor het eerst heeft het CBS onderzocht hoeveel werkzame personen er waren bij bedrijven en instellingen die failliet gingen en hoe lang die bedrijven bestonden op het moment van faillissement.

In het tweede kwartaal gingen 818 bedrijven en instellingen failliet en 128 natuurlijke personen. Het totale aantal werkzame personen bij deze organisaties bedroeg 5.700. Hiervan werkten 5.500 duizend personen bij bedrijven en instellingen en 225 bij natuurlijke personen met een eenmanszaak. De aantallen werkzame personen bij gefailleerde bedrijven waren in het eerste half jaar groter dan in dezelfde periodes van 2018 en 2017.

Kwart geraakte werkzame personen bij faillissement in de handel
Personeel werd in het tweede kwartaal het meest geraakt door faillissementen in de handel en in de industrie. Respectievelijk 25,3 procent en 18,2 procent van de werkzame personen die in het tweede kwartaal bij een faillissement waren betrokken, kwam uit deze bedrijfstakken. In de handel ging het om ruim 1.400 werkzame personen bij 203 bedrijven, instellingen en eenmanszaken.

In de industrie was de gemiddelde omvang van de gefailleerde bedrijven gemeten in werkzame personen groter. Bij de 67 faillissementen in het tweede kwartaal waren ruim duizend werkzame personen betrokken. In de bouwnijverheid was de gemiddelde omvang van de gefailleerde bedrijven relatief klein. Door de 115 faillissementen in de bouw werden 255 werkzame personen geraakt.

Bedrijven gemiddeld jonger bij faillissement
Bedrijven bestonden in 2015 bij faillissement gemiddeld 11 jaar. In de jaren daarna zijn bedrijven, instellingen en eenmanszaken geleidelijk op jongere leeftijd failliet gegaan. In het tweede kwartaal van 2019 was de gemiddelde leeftijd van bedrijven bij faillissement 8 jaar en 10 maanden.

In het tweede kwartaal bestonden eenmanszaken op het moment van faillissement minder lang (gemiddeld 6 jaar en 1 maand) dan bedrijven en instellingen (9 jaar en 2 maanden).