Boete van 225.000 euro geist tegen elektriciteitsproducent voor dode en gewonden op werkvloer

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in de rechtbank in Den Bosch boetes tot 225.000 euro geëist tegen de Elektriciteits Producent Zeeland (EPZ), een onderaannemer en twee leidinggevenden. Bij de elektriciteitscentrale vonden in 2015 drie incidenten plaats, waarbij één werknemer dodelijk verongelukte en drie werknemers zwaargewond raakten. Volgens het OM hebben verdachten onvoldoende gedaan om een veilige werkomgeving voor hun personeel te creëren: “Het was niet de vraag of het fout zou gaan, maar wanneer het fout zou lopen,” zei de officier op zitting.

Het eerste incident gebeurde op 24 juli 2015 in de kolencentrale. Een werknemer opende een rooster van een leiding om een verstopping te verhelpen en kreeg daarbij kokend hete as over zich heen. Hij liep ernstige brandwonden op aan zijn armen, handen, gezicht, borst en benen. Uit onderzoek door de Inspectie SZW is gebleken dat de leiding eerst afgesloten had moeten worden met een schuif. Het tweede incident gebeurde op 23 september 2015. Werknemers waren bezig met het ontmantelen van de inmiddels buiten gebruik gestelde kolencentrale. Een installatie van de centrale was voorzien van een explosie-onderdrukkingssysteem.

Besloten was om eerst het explosie- onderdrukkingssysteem te deactiveren, voordat de rest van de installatie werd ontmanteld. Tijdens de de-activering vond een explosie plaats. Er waren op dat moment vier personen in het gebouw aanwezig. Als gevolg van de explosie raakten twee personen zwaargewond. De derde persoon had lichte oppervlakkige verwondingen en de vierde kwam met de schrik vrij. Het gebouw raakte zowel inwendig als uitwendig zwaar beschadigd.

Tenslotte was er een incident in de avond op 20 november 2015 waarbij een ingehuurde werknemer van een onderaannemer is overleden. Hij was bezig om kolen en reststoffen via een trechter en een transportband in de kolencentrale te brengen. Toen hij niet reageerde op oproepen van zijn portofoon zijn de collega’s gaan kijken. Ze troffen het slachtoffer aan met zijn bovenlichaam in de trechter en zijn benen op de transportband. Het bovenlichaam was bedolven onder de kolen. De transportband draaide nog, ook de shovel die naast de band was geparkeerd, stond aan. Nadat het slachtoffer was uitgegraven is hij gereanimeerd, maar het mocht niet meer baten. Uit onderzoek komt naar voren dat het slachtoffer vermoedelijk heeft geprobeerd om een verstopping in de trechter te verhelpen.

‘Strafbare feiten aan werkgever toe te rekenen’
Volgens het OM zijn de incidenten aan de werkgevers en de leidinggevenden toe te rekenen. Ze hebben zich volgens het OM niet aan de algemene werkgeversverplichtingen uit de arbeidsomstandighedenwet gehouden, zei de officier op zitting: “Een werkgever moet er alles aan doen om risico’s en gevaren bij de bron te voorkomen door technische maatregelen, instructies, voorlichtingen risico-inventarisatie. Dat is hier onvoldoende gebeurd. De verdachten hebben zich naar de mening van het OM onvoldoende rekenschap gegeven van de risico’s die met bovengenoemde situaties gepaard gingen.”

EPZ was bezig met het afbouwen van de activiteiten in de kolencentrale. “Gelet op de aanstaande sluiting kan niet worden uitgesloten dat kostenoverwegingen direct of indirect een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van een situatie waarin de veiligheidsincidenten hebben kunnen gebeuren,” zei de officier van justitie op zitting.

De problemen met de verstopping in de leiding van de kolencentrale waren volgens het OM bekend bij de leiding van de centrale, maar er is verzuimd om goed onderzoek te doen naar hoe dit op een veilige manier kon worden verholpen. Vooraf aan de explosie zouden de risico’s van de werkzaamheden onvoldoende in kaart zijn gebracht. “Er was onvoldoende kennis en kunde aanwezig om de werkzaamheden veilig uit te voeren,” zei de officier van justitie op zitting. Ook bij het ongeval met de trechter valt volgens het OM de werkgevers van het slachtoffer een verwijt te maken. Het slachtoffer zou onvoldoende zijn gewezen op de regels en procedures die er waren om veilig te werken.

“Eigenlijk kan gesteld worden dat hoewel de verdachten niemand in het bijzonder schade wilden toebrengen, maar door de manier waarop er gewerkt werd, wisten of hadden ze moeten weten dat iemand schade kon oplopen. Dat risico hebben ze welbewust gecreëerd en aanvaard en de eventuele gevolgen hebben ze op de koop toe genomen,” zei de officier. “Alles bij elkaar een weinig fraai plaatje. Wellicht was het toch beter geweest om de kolencentrale al eerder te sluiten, dat had mogelijk drie incidenten gescheeld.”

Strafeisen
Het OM eist tegen de elektriciteitsproducent een boete van in totaal 225.000 euro voor de drie incidenten. Tegen de onderaannemer eist het OM een boete van 75.000 euro voor strafbare verwijten bij het laatste incident. Tegen de twee leidinggevenden eist het OM geldboetes van 25.000 euro.

Vrijdag gaat de behandeling van de zaak op zitting verder. De rechtbank doet uitspraak na de sluiting van het onderzoek.