Hockeysters moeten aan de bak na opnieuw slechte wedstrijd tegen Spanje

Het Nederlands hockeyvrouwen hebben maandagavond opnieuw slecht gepresteerd door voor de tweede keer op rij niet te winnen op het EK. Deze keer was het Spanje, de nummer drie van het wereldkampioenschap in Londen, dat Oranje net als België op 1-1 hield. Wat is er toch met het haast onherkenbare Oranje aan de hand?

Stilletjes dropen de internationals van Nederland af, na het laatste fluitsignaal. Door dit slechte resultaat heeft Oranje slechts twee punten uit twee wedstrijden binnengesleept. Woensdag moet Oranje sowieso winnen van Rusland om de halve finale te bereiken, maar het kan ook nog zomaar op het doelsaldo aankomen. Scoren gaat de ploeg van Alyson Annan momenteel totaal niet goed af.

De jacht op eerherstel begon juist uitstekend voor Nederland, dat binnen vijf minuten de eerste strafcorner van de wedstrijd versierde. Overtuigende sleepte Caia van Maasakker de bal tegen de plank, waarna haar vuist vertrouwd de lucht in ging. Het was een doelpunt dat Nederland had moeten bevrijden, na die twee slechte kwarten tegen België.

Maar binnen een minuut stond het alweer 1-1. Achterin klopte de organisatie niet, toen Spanje met een counter het hele veld overstak. Sanne Koolen kwam te laat om in te grijpen, waarna Begoña García van dichtbij scoorde. Verdedigend moest Nederland sowieso improviseren, want Ireen van den Assem, die vorige week liesklachten had, speelde niet mee. Margot van Geffen nam haar plek in de verdediging over, waar ze overigens vóór het EK van 2017 jaren heeft gespeeld.

In een troosteloze ambiance met grotendeels lege tribunes, een wereld van verschil met het kolkende stadion van afgelopen zaterdag tegen de Red Panthers, ging Nederland op zoek naar het volgende doelpunt. Vloeiend combinatiespel speelde Oranje allerminst, maar kansen werden er wel gecreëerd. Twee schoten van Marijn Veen (naast), een schot van Laura Nunnink (ook naast), een strafcorner van Caia van Maasakker (op de handschoen van keepster Maria Ruiz) en een kans van Kelly Jonker (maaide van dichtbij over de bal heen): ze gingen er allemaal niet in.

Hoewel het spel zeker niet goed was, mocht Nederland het zichzelf aanrekenen dat het Spanje niet vroegtijdig elimineerde, maar dat de ruststand 1-1 was. Er moest duidelijk een schepje bovenop. Een bal van de Spanjaarden vanuit het eigen 23 meter-gebied blind naar voren tekenden ook de ambities van de tegenstander in het derde kwart, die toen nog op een gelijkspel mikte, maar naarmate het eindsignaal dichterbij kwam, steeds meer in een zege op de wereldkampioen begonnen te geloven. Josine Koning moest redding brengen op een strafcorner en af en toe probeerde Spanje Nederland zelfs onder druk te zetten.

Voorin was Oranje totaal niet scherp. De kleine keepster Ruiz onderscheidde zich regelmatig, met onder meer reddingen op strafcorners van Caia van Maasakker en Frédérique Matla. Lidewij Welten schoot uit de draai naast. Een schot van Malou Pheninckx was de vijfde schietkans van Oranje die langs de verkeerde kant van de paal ging.

Paniekerig begon Nederland te ogen, toen het bevrijdende doelpunt in het vierde kwart uitbleef. Terwijl de tijd begon te dringen, schoot Lidewij Welten tweeënhalve minuut voor tijd op de paal. De zevende strafcorner die Oranje kreeg, een halve minuut voor tijd, werd door Van Maasakker niet raak gepusht. Het was de laatste kans voor Nederland, dat nu twee punten uit twee wedstrijd heeft en aan de bak moet om de halve finale te bereiken.