RIVM publiceert informatiedocument detectiemiddelen bij brand met lithium-ion batterijen

Branden met lithium-ion (li-ion) batterijen zijn een relatief nieuw fenomeen waar nog weinig ervaring mee is opgedaan. Door de energietransitie neemt de kans op dit soort branden toe. Bij dit soort branden komen stoffen vrij, die soms lastig te meten (detecteren) zijn. Sommige detectiemiddelen zijn kruisgevoelig: ze meten andere stoffen dan dat je verwacht of ze werken alleen onder zeer specifieke omstandigheden. Het interpreteren van meetresultaten wordt hierdoor een flinke uitdaging. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft daarom een informatiedocument opgesteld om Adviseurs Gevaarlijke Stoffen (AGS adviseur gevaarlijke stoffen ) van de brandweer te ondersteunen.

Bij een brand met lithium-ion (li-ion) batterijen komt een cocktail aan (gevaarlijke) stoffen vrij. Onder andere enkele typerende stoffen zoals waterstoffluoride, lithium(hydr)oxide en zware metalen. Het gebruik van li-ion batterijen neemt toe en daarmee ook de kans om als hulpverlener geconfronteerd te worden met een li-ion brand. Het is voor de keuze van adequate maatregelen belangrijk om met detectiemiddelen een inschatting te kunnen maken van de risico’s van stoffen die vrijkomen. Het meten van waterstoffluoride (HF) is niet eenvoudig en bij de beschikbare detectiemiddelen is het belangrijk te weten wat wel en wat niet te doen.

Het RIVM heeft metingen verricht bij brandexperimenten met li-ion batterijen bij de Technische Universiteit (TU Technische Universiteit Technische Universiteit ) Eindhoven en de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) in Loenen. Bij deze experimenten is praktische ervaring opgedaan met detectiemiddelen. Het RIVM wil hulpverleners en – meer specifiek – Adviseurs Gevaarlijke Stoffen (AGS adviseur gevaarlijke stoffen adviseur gevaarlijke stoffen ) van de brandweer praktische ondersteuning bieden. Vooral als het gaat om de voorbereiding op- en uitvoering van metingen bij li-ion branden. De informatie is beperkt tot de detectiemiddelen waarover de meeste veiligheidsregio’s al beschikken, of eenvoudig kunnen beschikken. De focus ligt op detectie van de kenmerkende stoffen waterstoffluoride (HF) en lithiumoxide (Li2O).