Justitie linkt verdachte Telegraaf-aanslag aan liquidatie in Amsterdams buurthuis

Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt de 25-jarige Bilal El H. naast betrokkenheid bij de aanslag op De Telegraaf ook van betrokkenheid bij de liquidatie in het buurthuis op Wittenburg, waarbij de volstrekt onschuldige Mohamed Bouchikhi (17) om het leven kwam.

Dat bleek vanmorgen tijdens een eerste inleidende zitting in het strafproces tegen de verdachten van de aanslag op het gebouw van de Telegraaf Media Group (TMG) aan de Basisweg.

Dode en twee gewonden
Op vrijdagavond 26 januari vorig jaar vond in het buurthuis op de Oostelijke Eilanden een gewelddadige schietpartij plaats. De 17-jarige Bouchikhi liep daar op dat moment stage en werd van dichtbij doodgeschoten. Twee anderen raakten gewond. Het incident zorgde destijds voor veel beroering in de wijk. Mohamed bleek slachtoffer van een persoonsverwisseling.

Na de dodelijke schietpartij vluchtten de twee schutters in een donkerkleurige BMW, die later op de Dantestraat in Zuidoost brandend werd aangetroffen. Het is deze auto die een link blootlegt tussen de liquidatie op Wittenburg en de aanslag bij De Telegraaf.

Criminele organisatie
De BMW was een paar weken eerder al gestolen in Houten. Volgens justitie was onder andere Bilal El H. daarvoor verantwoordelijk. Hij zou samen met verdachte Nabil D. leiding hebben gegeven aan een criminele organisatie die zich richtte op het stelen van snelle auto's die konden worden gebruikt voor ernstige misdrijven.

'King Kong' en 'Donkey Kong'
Volgens het OM moet Bilal El H. weet hebben gehad van het feit dat de door hem in Houten gestolen BMW is ingezet bij de schietpartij in het buurthuis in Amsterdam. Uit gekraakte PGP-gesprekken zou blijken dat Bilal El H. (bijnaam 'Donkey Kong') zowel voor als na de schietpartij contact heeft met een ander persoon (bijnaam 'King Kong') over de BMW.

In die gesprekken werd gezegd dat de kentekenplaten en de BMW-sticker moesten worden verwijderd en een jerrycan en aansteker in de auto moesten worden gelegd. Twee dagen na de moord is er opnieuw contact over het voertuig.

'Ongekende inbreuk op persvrijheid'
Vijf maanden na de liquidatie op Wittenburg, op 26 juni vorig jaar, vindt de aanslag op het redactiegebouw van De Telegraaf plaats. Een wit bestelbusje ramde tot twee keer toe de gevel van het pand en werd vervolgens in brand gestoken. Volgens justitie was Bilal El H. met nog vijf anderen daarbij betrokken. Het OM noemt die aanslag vandaag 'een ongekende inbreuk op de persvrijheid'. Het was aan de constructie van het gebouw te danken dat het bestelbusje niet naar binnen kon rijden.

Het onderzoek naar de verdachten loopt nog. De zaak wordt op een later moment inhoudelijk behandeld, naar verwachting in het eerste kwartaal van volgend jaar.

'Sfeer creëren'
De advocaat van Bilal El H., Marcel Nuijten, zegt dat van betrokkenheid van zijn cliënt met de schietpartij op Wittenburg uit het dossier niet blijkt. 'Wat het Openbaar Ministerie hier doet, is sfeer creëren. Ze proberen mijn cliënt aan allerlei zaken te koppelen, maar die feiten worden hem vervolgens niet ten laste gelegd. Als je er toch niets mee kunt of doet qua bewijs, vind ik dat je dat als Openbaar Ministerie ook niet moet benoemen', aldus Nuijten.