Politie hield ANP-journalisten aan op basis van onjuiste informatie

De politie Oost-Brabant heeft de afgelopen week grondig onderzoek gedaan naar de feiten en omstandigheden van de aanhouding van twee ANP-journalisten uit Roermond bij een Pegida-manifestatie op 22 juni in Eindhoven. De politie: "Daaruit is duidelijk geworden dat wij de twee journalisten abusievelijk als Pegida-sympathisanten hebben aangemerkt en wij hechten eraan dat onjuiste beeld volledig te corrigeren. In een constructief gesprek afgelopen week hebben wij de twee verslaggevers onze oprechte excuses aangeboden voor hun onterechte aanhouding."

De verwarring is ontstaan doordat de journalisten op maandag 6 mei zijn gezien bij een tegendemonstratie van AFA in Eindhoven, waarvan ze voor het ANP verslag deden. Die informatie is vervolgens intern onjuist geïnterpreteerd waardoor het tweetal bij de politie te boek stond als Pegida-aanhangers. Toen zij op 22 juni in de buurt van de Pegida-aanhangers verslag deden van de manifestatie, was dat label voldoende grond om tot aanhouding over te gaan.

De politie: "En zoals gezegd: op het bureau bleek dat ten onrechte en zijn beiden enkele uren later weer in vrijheid gesteld. De journalisten maakten al bij hun aanhouding duidelijk dat ze in Eindhoven actief waren als journalisten door hun (politie)perskaart te laten zien. Wij hebben daarop de keuze gemaakt het verdere onderzoek op het bureau te doen en niet op straat."

De politie besluit met de woorden: "De politie Oost-Brabant hecht veel waarde aan een goede relatie met de media en betreurt de onterechte aanhouding enorm. Persvrijheid is een groot goed in ons land en we leveren daaraan graag een positieve bijdrage. Uiteraard bespreken we deze casus intern met alle betrokkenen en scherpen we waar nodig procedures aan."