Minister kiest voor kwaliteit en continuïteit in ambulancezorg

Minister Bruno Bruins voor medische zorg en sport wil de continuïteit en permanente beschikbaarheid van ambulancezorg van goede kwaliteit behouden. Daarom wil hij de huidige aanbieders voor onbepaalde tijd een aanwijzing geven. Dat schrijft minister Bruins in een brief aan de Tweede Kamer waarin hij de contouren schetst van de toekomstige wet ambulancezorg en daarmee de Nederlandse ambulancezorg ordent. Hiermee zet Bruins het belang van beschikbare ambulancezorg voor de patiënt voorop.

Minister Bruno Bruins: “Als patiënt moet je kunnen rekenen op een ambulance als het nodig is, 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Het werk van de ambulancemedewerker is vaak van levensbelang. Dat vraagt om zekerheid, kwaliteit en continue beschikbaarheid. Ambulancemedewerkers werken samen met huisartsen, spoedeisende hulpafdelingen en andere partners. Die moeten elkaar goed kunnen vinden en afspraken kunnen maken voor langere tijd. Wisseling van aanbieders van ambulancezorg past daarbij niet”.

Om aanwijzing voor onbepaalde tijd mogelijk te maken zal de ambulancezorg worden aangemerkt als niet-economische dienst van algemeen belang. De overheid bepaalt dan de regio-indeling, wijst één aanbieder aan en bepaalt de budgetten, tarieven, stelt eisen aan bestuur, intern toezicht en transparantie van de aanbieder en legt de kwaliteitseisen vast. De aanbieder heeft het alleenrecht op het leveren van de ambulancezorg maar ook de plicht om kwalitatief goede en tijdige zorg te leveren. Verzekeraars blijven, net als nu het geval is, zorg inkopen bij de aangewezen aanbieder en hebben de plicht om voldoende zorg in te kopen voor hun verzekerden.

Kwaliteitsnormen krijgen een expliciete plek in de nieuwe wetgeving. De ambulancesector werkt momenteel aan een kwaliteitskader wat daarvoor de basis kan vormen. Minister Bruins wil de mogelijkheid opnemen dat aanbieders die duidelijk onder het kwaliteitsniveau functioneren vervangen kunnen worden. Kwaliteitsregulering en toezicht op de naleving door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en door de Nederlandse Zorgautoriteit voor zover het gaat om de tijdigheid, vormen daarmee de basis voor een goede kwaliteit van de ambulancezorg.